Technologische functies programmeren (cycli)
10.3 Contourdraaien
10.3.8
Verspanen (CYLCE952)
Functie
Als u contouren in langs- resp. dwarsrichting of contourparallel wilt bewerken, gebruikt u de
functie "verspanen".
Basismateriaal
Bij het afspanen houdt de cyclus rekening met basismateriaal dat kan bestaan uit een cilinder,
een overmaat op de afgewerkte contour of een willekeurige contour basismateriaal. De contour
basismateriaal moet u als een eigen gesloten contour voor de contour van het afgewerkt stuk
definiëren.
Indien de contouren van basismateriaal en afgewerkt deel zich niet snijden, legt de cyclus de
afsluiting tussen basismateriaal en afgewerkt deel vast. Indien de hoek tussen de rechten en
de Z-as groter is dan 1°, dan wordt de afsluiting omhoog geplaatst, als de hoek kleiner dan of
gelijk aan 1° is, dan wordt de afsluiting zijdelings geplaatst.
Afbeelding 10-4
Afbeelding 10-5
Voorwaarde
Bij een G-code-programma is ten minste een CYCLE62 voor de CYCLE952 noodzakelijk.
Als CYCLE62 slechts éénmaal aanwezig is, dan betreft het de afgewerkte contour.
422
α > 1°: Afsluiting tussen ruwdeel en eindproduct naar boven
α ≤ 1°: Afsluiting tussen ruwdeel en eindproduct zijdelings
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien