Technologische functies programmeren (cycli)
10.1 Boren
10.1.9
Draadtapfrezen (CYCLE78)
Functie
Met een draadtapfrees kan een binnendraad met een bepaalde diepte en spoed in één
werkfase worden gesneden. D.w.z.: voor het boren en het draadfrezen wordt hetzelfde
gereedschap gebruikt; een extra gereedschapwissel valt weg.
De draad kan als rechtse of linkse draad worden gemaakt.
Spil klemmen
Voor ShopTurn kan de functie "Spil klemmen" door de machinefabrikant worden
geconfigureerd.
Zie ook
Spil klemmen (Pagina 270)
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand verplaatst.
2. Wanneer centreerboren gewenst is, wordt het gereedschap met verlaagde boringsvoeding
verplaatst naar de centreerdiepte die in een settinggegeven is vastgelegd (ShopMill/
ShopTurn). Bij G-codeprogrammering is de centreerdiepte via een invoerparameter
programmeerbaar.
1. Het gereedschap boort met boringsvoeding F1 tot op de eerste boordiepte D. Wanneer de
eindboordiepte Z1 nog niet is bereikt, wordt het gereedschap voor ontspanen met ijlgang
terug naar het werkstukoppervlak verplaatst. Vervolgens wordt het gereedschap met
ijlgang verplaatst naar 1 mm boven de tot nu toe bereikte boordiepte, om daarna met
boringsvoeding F1 met de volgende aanzet verder te boren. Vanaf de tweede aanzet wordt
rekening gehouden met parameter "DF" (zie tabel "Parameters").
2. Wanneer voor het doorboren een andere voeding FR gewenst is, wordt de resterende
boordiepte ZR met deze aanzet geboord.
3. Indien dit gewenst is, wordt het gereedschap bij het draadtapfrezen voor het ontspanen
met ijlgang terug verplaatst naar het werkstukoppervlak.
348
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien