4. Invoeren afgewerkt stuk met contourberekening
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
7.
Druk op de softkey "Overnemen".
Het invoeren van de contour van het basismateriaal is alleen noodzakelijk
bij het gebruik van voorbewerkt basismateriaal.
Contour basismateriaal
1.
Druk de softkeys "Contourdraaien" en "Nieuwe contour" in.
Het invoervenster "Nieuwe contour" wordt geopend.
2.
Voer de contournaam in (hier: Cont_2) in.
De als NC-code berekende contour wordt als intern subprogramma tus‐
sen een start- en eindmarkering geschreven die de ingevoerde contour‐
naam bevat.
3.
Druk op de softkey "Overnemen".
Het invoervenster "Startpunt" wordt geopend.
4.
Leg het startpunt van de contour vast.
X
0abs
5.
Druk op de softkey "Overnemen".
6.
Voer volgende contourelementen in en bevestig telkens met de softkey
"Overnemen".
6.1
X
48abs
6.2
α2
90°
Shop-Turn programma maken
9.18 Voorbeeld: Standaardbewerking
Z
0abs
FS
3
297