Bewerkingswijze
● Voorbewerken
Bij het voorbewerken worden asparallelle sneden tot de geprogrammeerde
nabewerkingstoegift uitgevoerd. Wanneer u geen nabewerkingstoegift heeft
geprogrammeerd, dan wordt bij het voorbewerken tot op de eindcontour verspaand.
De cyclus verkleint bij het voorbewerken eventueel de geprogrammeerde aanzetdiepte D
zodanig dat even grote sneden ontstaan. Wanneer de volledige aanzetdiepte bijv. 10 is en
u heeft een aanzetdiepte van 3 opgegeven, dan zouden sneden van 3, 3, 3 en 1 ontstaan.
De cyclus vermindert de aansteldiepte dan tot 2,5 zodat 4 even grote sneden ontstaan.
Of het gereedschap op het einde van elke snede met aanzetdiepte D aan de contour wordt
nagetrokken, zodat resterende hoeken ontstaan of onmiddellijk wordt opgetild, is
afhankelijk van de hoek tussen contour en gereedschapssnijkant. Vanaf welke hoek wordt
nagetrokken, is gedefinieerd in een machinegegeven.
Wanneer het gereedschap bij het einde van de snede niet aan de contour wordt nagetrokken,
wordt het met ijlgang opgetild over de lengte van de veiligheidsafstand of over een afstand die
in een machinegegeven is opgeslagen. De cyclus houdt steeds rekening met de kleinste
waarde, omdat anders bijvoorbeeld bij het verspanen aan binnencontouren
contourbeschadigingen kunnen optreden.
● Nabewerken
Het nabewerken gebeurt in dezelfde richting als het voorbewerken. De cyclus schakelt de
gereedschapsradiuscorrectie bij het nabewerken automatisch in en opnieuw uit.
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt met ijlgang eerst naar het cyclusintern berekende startpunt
verplaatst voor de bewerking (referentiepunt + veiligheidsafstand).
2. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de eerste aanzetdiepte verplaatst.
3. De eerste snede wordt met bewerkingsvoeding verspaand.
4. Het gereedschap trekt met bewerkingsvoeding aan de contour na of wordt met ijlgang
verwijderd (zie het hoofdstuk over Voorbewerken).
5. Het gereedschap wordt met ijlgang naar het startpunt verplaatst voor de volgende
aanzetdiepte.
6. De volgende snede wordt met bewerkingsvoeding verspaand.
7. Stappen 4 tot 6 worden zolang herhaald tot de einddiepte is bereikt.
8. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Technologische functies programmeren (cycli)
10.2 Draaien
373