Handmatig bedrijf
5.5 Handmatig naar een veilige positie verplaatsen
5.5
Handmatig naar een veilige positie verplaatsen
Met de terugtrekfunctie kunt u het gereedschap na een onderbreking van een
schroefdraadboorbewerking (G33/G331/G332) of meer algemeen een bewerking met
boorgereedschap (gereedschap 200 tot 299) als gevolg van een stroomuitval of een RESET
op het bedieningspaneel van de machine in de bedrijfsmodus JOG in de richting van het
gereedschap bevrijden. Het gereedschap of het werkstuk blijft daarbij onbeschadigd.
De functie Terugtrekken is vooral nuttig als het coördinatensysteem gezwenkt is, d.w.z. als de
aanzetas niet loodrecht staat.
Opmerking
Draadtappen
Bij het draadtappen wordt rekening gehouden met de geometrische verbinding tussen tap en
werkstuk en wordt de spil in overeenstemming met de schroefdraad verplaatst.
Voor het terugtrekken bij de schroefdraad kan zowel de Z-as als ook de spil worden gebruikt.
De functie "Terugtrekken" wordt ingesteld door de machinefabrikant.
Procedure
134
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
1.
De energietoevoer naar de machine is onderbroken resp. een lopend
deelprogramma wordt onderbroken met <RESET>.
2.
Na een stroomonderbreking schakelt u de besturing in.
3.
Kies de bedrijfsmodus JOG.
4.
Druk op de menudoorschakeltoets.
5.
Druk op de softkey "Terugtrekken".
Het venster "Gereedschap terugtrekken" wordt geopend.
De softkey staat alleen ter beschikking als een actief gereedschap en
terugtrekgegevens aanwezig zijn.
6.
Selecteer het coördinatensysteem "WKS" op het bedieningspaneel van
de machine.
7.
Trek het gereedschap met de in het venster "Gereedschap terugtrekken"
weergegeven terugtrekas via de bedieningstoetsen (bijvoorbeeld Z +) uit
het werkstuk.
8.
Druk nogmaals op de softkey "Terugtrekken" als het gereedschap op de
gewenste positie staat om het venster te verlaten.
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien