Technologische functies programmeren (cycli)
10.1 Boren
Parameters
Beschrijving
Bewerkingsposi‐
● Afzonderlijke positie
tie
Boring op geprogrammeerde positie boren
(alleen G-co‐
● Positiepatroon met MCALL
de)
Z0 (alleen G-co‐
Referentiepunt Z
de)
Bewerkings
● Front
vlak
● Kop B
● Mantel
(alleen bij Shop‐
Turn)
Positie (alleen
● voorkant (kop)
bij ShopTurn)
● achterkant (kop)
● buiten (mantel)
● binnen (mantel)
Boordiepte
● Schacht (boordiepte heeft betrekking op de schacht)
Er wordt zo diep ingedoken tot de boorschacht de geprogrammeerde waarde
Z1 heeft bereikt. Daarbij wordt rekening gehouden met de hoek die in de
gereedschapslijst is opgegeven.
● Punt (boordiepte heeft betrekking op punt)
Er wordt zo diep ingedoken tot de boorpunt de geprogrammeerde waarde Z1
heeft bereikt.
Z1
Eindboordiepte (abs) of eindboordiepte m.b.t. Z0 (incr.)
Het gereedschap duikt zo diep in tot Z1 is bereikt.
Koelmiddel aan -
M-functie voor het inschakelen van het koelmiddel
(alleen G-code)
Technologie bij
Selectie van de boorvoeding
boorinvoerpunt
● zonder centreerboren
Boren met voeding F
● met centreerboren
Centreerboren met voeding FA
● met proefboren
Induiken in proefboring met voeding FP
ZP - (alleen bij
Diepte van de proefboring als factor van de boordiameter
proefboring)
Diepte van de proefboring m.b.t. Z0 (incr) of diepte van de proefboring (abs)
ZPV - (alleen bij
Voorhoudafstand van de proefboring
proefboring)
FP - (alleen bij
Snedevoeding in procenten van de boorvoeding
proefboring)
Snedevoeding (ShopTurn)
Snedevoeding (G-code)
334
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Eenheid
mm
mm
* Ø
mm
mm
%
mm/omw of mm/
min
Traject/min of tra‐
ject/omw
Draaien