Technologische functies programmeren (cycli)
10.5 Contourfrezen
3. De tap wordt contourparallel van buiten naar binnen vrij geruimd. De richting wordt bepaald
door de draairichting van de bewerking (tegen- of meelopend) (zie hoofdstuk "Programma-
instellingen wijzigen").
4. Wanneer de tap in één vlak is vrij geruimd, verlaat het gereedschap de contour in kwadrant
en het wordt aangezet op de volgende bewerkingsdiepte.
5. De tap wordt opnieuw in kwadrant aangelopen en contourparallel van buiten naar binnen
vrij geruimd.
6. Stappen 4 en 5 worden zolang herhaald tot de volledige tapdiepte is bereikt.
7. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Procedure
Parameters in de modus "Invoer compleet"
Parameters G-code-programma
Invoer
PRG
Naam voor het te genereren programma
PL
Bewerkingsvlak
Freesrichting
● meelopend
● tegenlopend
RP
Terugtrekvlak
SC
Veiligheidsafstand
F
Voeding
566
1.
Het deelprogramma of ShopTurn-programma dat moet worden bewerkt,
is aangemaakt en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap" in.
Het invoervenster "Tap frezen" wordt geopend.
3.
Selecteer bewerkingswijze "Voorbewerken".
● compleet
mm
mm
mm/min
Parameters ShopTurn-programma
T
Gereedschapsnaam
D
Snijkantnummer
F
Voeding
S / V
Spiltoerental of constante snij‐
snelheid
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
mm/min
mm/tand
Omw./min
m/min
Draaien