Incrementele maat (INCR)
Bij de incrementele maat, ook wel ketenmaat genoemd, heeft de opgave van de positie telkens
betrekking op het vorige geprogrammeerde punt. D.w.z. dat de ingevoerde waarde
overeenstemt met de af te leggen afstand. Normaal gezien speelt het voorteken bij de invoer
van de incrementele waarde geen rol; alleen de waarde van het increment wordt geëvalueerd.
Bij bepaalde parameters geeft het voorteken wel de verplaatsingsrichting aan. Deze
uitzonderingen zijn in de parametertabel van de afzonderlijke functies gemarkeerd.
Afbeelding 9-8
De positievermeldingen voor de punten P1 tot P4 in kettingmaat zijn:
P1: X12,5 Z-7,5 (m.b.t. het nulpunt)
P2: X7,5 Z-7,5 (m.b.t. P1)
P3:X0 Z-10 (m.b.t. P2)
P4: X10 Z-10 (m.b.t. P3)
9.4.4
Polaire coördinaten
U kunt posities aangeven door rechthoekige coördinaten of door polaire coördinaten.
Wanneer een punt op een werkstuktekening door een waarde voor elke coördinatenas wordt
gedefinieerd, dan kunt u die positie eenvoudig door rechthoekige coördinaten in een
parametervenster invoeren. Voor werkstukken met afmetingen in cirkelboog of vermelding van
de hoek is het vaak eenvoudiger om posities met polaire coördinaten te definiëren.
Polaire coördinaten kunt u alleen bij de functies "Rechte cirkel" en "Contourfrezen"
programmeren.
Het punt van waar de meting in polaire coördinaten uitgaat, heet de "pool".
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Incrementele maat
Shop-Turn programma maken
9.4 Basis
269