N50 EXTCALL"CAM_VOORBEW"
N60 T2 D1
N61 M6
N70 CYCLE832(0.005,1,1)
N80 EXTCALL"CAM_NABEW"
N90 M30
De subprogramma's CAM_VOORBEW.SPF en CAM_NABEW.SPF bevatten de
werkstukgeometrieën en de technologische waarden (voeding). Op basis van de grootte van
de programma's worden deze extern opgeroepen.
10.7
Andere cycli en functies ShopTurn
10.7.1
Boren midden
Functie
Met de cyclus "Boren midden" kunt u een boring in het centrum van het kopvlak uitvoeren.
U kunt selecteren of u bij het boren de spanen breekt of voor het ontspanen uit het werkstuk
wilt verplaatsen. Tijdens de bewerking draait de hoofd- of tegenspil. Als gereedschapstype
kunt u niet alleen een boor of een draaiboor gebruiken, maar ook een frees.
Het gereedschap wordt, rekening houdend met het terugtrekvlak en de veiligheidsafstand, met
ijlgang naar de geprogrammeerde positie verplaatst.
Opmerking
Werken met draaiende gereedschapsspil
Wanneer u bijv. zeer diepe gaten wilt boren, kunt u ook met een draaiende gereedschapsspil
werken. Voer eerst onder "Rechte cirkel" → "Gereedschap" het gewenste gereedschap en
spiltoerental van het gereedschap in. Daarna kunt u de functie "Boren midden" programmeren.
Opmerking
Gereedschapsspil stoppen
Als tijdens "Boren midden" de gereedschapsspil ondanks inschakelen niet draait, dan
programmeert u voor "Boren midden" het G-code-commando "M5" om de gereedschapsspil
te stoppen.
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Technologische functies programmeren (cycli)
10.7 Andere cycli en functies ShopTurn
Oproep subprogramma CAM_VOORBEW extern op-
roepen
;Gereedschap vervangen
;Tolerantiewaarde 0,005 mm, bewerkingsty-
pe nabewerken
;Oproep subprogramma CAM_NABEW
;Programma-einde
591