Werkstuk bewerken
6.17 Instelling voor automatische modus
Zie ook
Aantal stuks invoeren (Pagina 280)
6.17
Instelling voor automatische modus
Om fouten in de programmering vroegtijdig te herkennen, kunt het programma voor de
bewerking van een werkstuk testen. Hiervoor gebruikt u een testrunvoeding.
Bovendien heeft u de mogelijkheid om de verplaatsingssnelheid te beperken, zodat er bij het
inlopen van een nieuw programma met ijlgang geen ongewenst hoge verplaatsingssnelheden
optreden.
Testrunvoeding
Als u onder programmabeïnvloeding "DRY testrunvoeding" heeft geselecteerd, dan vervangt
de onder "Testrunvoeding DRY" ingevoerde waarde bij de uitvoering de geprogrammeerde
voeding.
Gereduceerde ijlgang
Als u onder programmabeïnvloeding "RG0 gereduceerde ijlgang" heeft geselecteerd, dan
wordt ijlgang gereduceerd tot de onder "gereduceerde ijlgang RG0" ingevoerde
procentwaarde.
Meetresultaat weergeven
In een deelprogramma laat u via een MMC-commando meetresultaten weergeven.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
● De besturing schakelt bij het bereiken van het commando automatisch om naar het
bedieningsbereik "Machine" en het venster met de meetresultaten wordt weergegeven,
● Het venster met de meetresultaten wordt geopend door het indrukken van de softkey
"Meetresultaat".
Bewerkingstijden opnemen
Als ondersteuning bij het aanmaken en optimaliseren van een programma kunt u de
bewerkingstijden laten weergeven.
214
3.
Druk op de softkey "Tijden, Teller".
Het venster "Tijden, Teller" wordt weergegeven.
4.
Selecteer onder "Werkstukken tellen" de invoer "ja" wanneer u het aantal
afgewerkte werkstukken wilt tellen.
5.
Voer in het veld "Werkstukken doel" het aantal werkstukken in dat u nodig
heeft.
In "Werkstukken gemeten" worden de werkstukken weergegeven die al
zijn afgewerkt. Deze waarde kunt u indien nodig corrigeren.
Nadat het vastgelegde aantal werkstukken bereikt is, wordt de weergave
van het actuele aantal werkstukken automatisch opnieuw op nul gezet.
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien