Technologische functies programmeren (cycli)
10.4 Frezen
Parameters
Beschrijving
Kop Y: De posities hebben betrekking op het referentiepunt:
CP
Positioneerhoek voor het bewerkingsbereik
De hoek CP heeft geen invloed op de bewerkingspositie m.b.t. het werkstuk. Hij dient
uitsluitend om het werkstuk met de rondas C zo te positioneren dat een bewerking op
de machine mogelijk is.
X0 of L0
Referentiepunt X of referentiepunt lengte polair
Y0 of C0
Referentiepunt Y of referentiepunt hoek polair
Z0
Referentiepunt Z
(alleen bij Shop‐
Turn)
Mantel C: De posities hebben betrekking op het referentiepunt:
Y0 of C0
Referentiepunt Y of referentiepunt hoek polair
Z0
Referentiepunt Z
X0
Cilinderdiameter ∅
(alleen bij Shop‐
Turn)
Mantel Y: De posities hebben betrekking op het referentiepunt:
C0
Positioneerhoek voor het bewerkingsvlak
Y0
Referentiepunt Y
Z0
Referentiepunt Z
X0
Referentiepunt X
(alleen bij Shop‐
Turn)
W
Breedte van de sleuf
L
Lengte van de sleuf
Z1
Sleufdiepte (abs) of diepte m.b.t. Z0 (abs.) - (alleen bij ∇, ∇∇, ∇∇∇ en ∇∇∇ bodem)
(alleen bij G-code)
Z1 of X1
Sleufdiepte (abs) of diepte m.b.t. Z0 of X0 (abs.) - (alleen bij ∇, ∇∇, ∇∇∇, ∇∇∇ bodem)
(alleen bij G-code)
(Z1 bij bewerkingsvlak kop C/Y of X1 bij mantel C/Y)
DXY
● maximale vlakaanzet
● maximale vlakaanzet als percentage van de freesdiameter-
DZ
maximale diepte-aanzet - (alleen bij ∇, ∇∇, ∇∇∇ en ∇∇∇ rand)- (alleen bij trochoïdaal
frezen)
UXY
Nabewerkingstoegift vlak (sleufrand) - (alleen bij ∇, ∇∇ en ∇∇∇ bodem)
UZ
Diepte nabewerkingstoegift (sleufbodem) - (alleen bij ∇, ∇∇ en ∇∇∇ rand)
FS
Afschuiningsbreedte voor het afschuinen (incr.) - (alleen bij afschuinen)
ZFS
Induikdiepte gereedschapspunt (abs of incr.) - (alleen bij afschuinen)
* Eenheid van voeding zoals geprogrammeerd voor cyclusoproep
518
(alleen bij ∇)
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
graden
mm
mm of
graden
mm
mm of
graden
mm
mm
graden
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
mm
%
mm
mm
mm
mm
mm
Draaien