Inleiding
2.4 Interface
Programma rechtstreeks wijzigen
In Reset-toestand heeft u de mogelijkheid het huidige programma rechtstreeks te wijzigen.
Zie ook
Instelling voor automatische modus (Pagina 214)
2.4.6
Bediening via softkeys en toetsen
Bedieningsbereiken / Bedrijfsmodi
De interface bestaat uit verschillende vensters waarin telkens 8 horizontale en 8 verticale
softkeys aanwezig zijn.
De softkeys kunt u bedienen via de toetsen die zich naast de softkeys bevinden.
Door middel van de softkeys kunt u telkens een nieuw venster activeren of functies uitvoeren.
De bedieningssoftware kan worden onderverdeeld in 6 bedieningsbereiken (Machine,
Parameters, Programma, Programma-manager, Diagnose, Inbedrijfstelling) en in 5
bedrijfsmodi of subbedrijfsmodi (JOG, MDA, AUTO, TEACH IN, REF POINT, REPOS).
Bedieningsbereik omschakelen
Het bedieningsbereik "Machine" kan rechtstreeks via de toets op het bedieningspaneel worden
opgeroepen.
Bedrijfsmodus omschakelen
Een bedrijfsmodus of subbedrijfsmodus kan rechtstreeks via de toetsen op het controlepaneel
van de machine of via de verticale softkeys in het basismenu worden geselecteerd.
48
1.
Druk op de toets <INSERT>.
2.
Plaats de cursor op de juiste positie en wijzig het programmablok.
Rechtstreeks wijzigen is alleen mogelijk voor G-codeblokken in het NC-
geheugen, niet voor afloop van extern.
3.
Druk op de toets <INSERT> om het programma en de Edit-modus op‐
nieuw te verlaten.
Druk op de toets <MENU SELECT> en selecteer op de horizontale softkeybalk
het gewenste bedieningsbereik.
Druk op de toets <MACHINE> om het bedieningsbereik "Machine" te selecteren.
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien