Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap nadert met G0 op veiligheidsafstand van het referentiepunt.
2. Het gereedschap duikt met G1 en met de geprogrammeerde voeding F in het werkstuk in,
tot de geprogrammeerde einddiepte Z1 is bereikt.
3. Na afloop van de verblijftijd DT wordt het gereedschap met ijlgang G0 naar het terugtrekvlak
verplaatst.
Procedure
Parameters in de modus "Invoer compleet"
Parameters G-code-programma
Invoer
PL
Bewerkingsvlak
RP
Terugtrekvlak
SC
Veiligheidsafstand
Parameters
Beschrijving
Bewerkingsposi‐
● Afzonderlijke positie
tie
(alleen bij G-
Boring op geprogrammeerde positie boren
code)
● Positiepatroon
Positie met MCALL
Z0 (alleen bij G-
Referentiepunt Z
code)
Bewerkings
● Kop C
vlak
● Kop Y
(alleen bij Shop‐
● Mantel C
Turn)
● Mantel Y
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
1.
Het deelprogramma of ShopTurn-programma dat moet worden bewerkt,
is aangemaakt en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Boren".
3.
Druk op de softkey "Boren ruimen".
4.
Druk op de softkey "Boren".
Het invoervenster "Boren" wordt geopend.
● compleet
mm
mm
Technologische functies programmeren (cycli)
Parameters ShopTurn-programma
T
Gereedschapsnaam
D
Snijkantnummer
F
Voeding
S / V
Spiltoerental of constante snij‐
snelheid
10.1 Boren
mm/min
mm/omw.
Omw./min
m/min
Eenheid
mm
315