Alarm-, fout- en systeemmeldingen
15.1 Alarmen weergeven
- OF -
Bevestigingssymbolen
Symbool
788
In de kolom "Wissen" wordt gesymboliseerd hoe u actieve alarmen uit de
alarmlijst wist.
4.
Plaats de cursor op een alarm.
5.
Indien een NCK-POWER-ON-alarm verschijnt, schakelt u het apparaat
uit en weer in (hoofdschakelaar) of drukt u op NCK-POWER ON.
- OF -
Indien een NC-Start-alarm verschijnt, drukt u op de toets NC-Start>.
- OF -
Indien een RESET-alarm wordt weergegeven, drukt u op de toets <RE‐
SET>.
- OF -
Indien een Cancel-alarm verschijnt, drukt u op de toets <ALARM CAN‐
CEL> of drukt u op de softkey "Cancel-alarm wissen".
- OF -
Indien een HMI-alarm verschijnt, drukt u op de softkey "HMI-alarm wis‐
sen".
- OF -
Indien een dialoog-alarm van de HMI verschijnt, drukt u op de toets <RE‐
CALL>.
- OF -
Indien een PLC-alarm verschijnt, drukt u op de door de machinefabrikant
voorziene toets.
- OF -
Indien een PLC-alarm van het type SQ verschijnt, drukt u op de softkey
"Alarm bevestigen".
De softkeys kunnen worden gebruikt wanneer de cursor op een overeen‐
komstig alarm staat.
Betekenis
NCK-POWER-ON
NC-start
RESET-alarm
Cancel-alarm
HMI-alarm
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien