Als CYCLE62 tweemaal aanwezig is, dan is de eerste oproep voor de contour basismateriaal
en de tweede oproep voor de afgewerkte contour (zie ook hoofdstuk "Programmering
(Pagina 408)").
Opmerking
Afwerken van externe media
Indien u programma's van een extern station (bijv. lokaal station of netwerkstation) wilt
uitvoeren, dan heeft u de functie "Uitvoeren van extern geheugen (EES)" nodig.
Meer informatie vindt u in de volgende documentatie:
Inbedrijfstellingshandboek SINUMERIK Operate
Regel
Met behulp van de functie "Uitvoeren van extern geheugen (EES)" heeft u toegang tot een
willekeurig logisch station met deelprogramma's en kunt u deze direct via het NC-
programmageheugen uitvoeren
Natrekken aan de contour
Om te vermijden dat bij het voorbewerken resterende hoeken blijven staan, kunt u "steeds de
contour natrekken" selecteren. Hierbij worden de randen die bij elke snede aan het einde (op
de bodem van de snedegeometrie) van de contour blijven staan, verwijderd. Met de instelling
"Natrekken tot vorig snedepunt" kan de bewerking van de contour worden versneld.
Resterende hoeken die daarbij ontstaan worden echter niet gedetecteerd of bewerkt. Voer
daarom voor de bewerking steeds een controle uit m.b.v. de simulatie.
Bij de instelling "automatisch" wordt steeds nagetrokken wanneer de hoek tussen snede en
contour een bepaalde waarde overschrijdt. Die hoek is vastgelegd in een machinegegeven.
Wisselende snedediepte
In plaats van met constante snedediepte D kunt u ook met wisselende snedediepte werken,
om de snijkanten van het gereedschap niet continu overal evenveel te belasten. Daardoor
kunt u de gebruikstijd van het gereedschap verhogen.
Afbeelding 10-6
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Wisselende snedediepte
Technologische functies programmeren (cycli)
10.3 Contourdraaien
423