6.15
Matrijsweergave
Bij grote matrijsconstructieprogramma's zoals die door CAD/CAM-systemen worden
aangeboden, kunt u met behulp van een snelle weergave de bewerkingstrajecten laten
weergeven. Zo krijgt u een snel overzicht van een programma en kunt u het indien nodig nog
corrigeren.
Programmacontrole
U beschikt over de volgende controles:
● Heeft het werkstuk de juiste vorm?
● Bestaan er grote verplaatsingsfouten?
● Welk programmablok is niet correct geprogrammeerd?
● Hoe wordt genaderd en teruggetrokken?
Interpreteerbare NC-blokken
De volgende NC-blokken worden in de matrijsweergave ondersteund.
● Typen
– Lijnen
– Cirkels
– Incrementele weergave IC en absolute weergave AC mogelijk
– Bij G2, G3 en verschillende radius in start en einde wordt archimedische spiraal
● Oriëntatie
– Rondasprogrammering met ORIAXES of ORIVECT per ABC bij G0, G1, G2, G3, CIP,
– Oriëntatievectorprogrammering met ORIVECT per A3, B3, C3 bij G0, G1, G2, G3, CIP
– Rondassen kunnen per DC worden weergegeven
● G-codes
– Werkvlakken (voor cirkeldefinie G2, G3): G17 G18 G19
– Incrementele of absolute opgave: G90 G91
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Machinefabrikant
De matrijsweergave is eventueel verborgen.
Houd hierbij rekening met de aanwijzingen van de machinefabrikant.
G0, G1 met X Y Z
G2, G3 met middelpunt I, J, K of radius CR, afhankelijk van het werkvlak G17, G18,
G19, CIP met cirkelpunt I1, J1, K1 of radius CR
ondersteund
POLY
Werkstuk bewerken
6.15 Matrijsweergave
205