Parameters
Beschrijving
TR
Referentiegereedschap. Gereedschap dat voor de bewerking "Ruimen" wordt gebruikt.
Dit gereedschap dient voor het bepalen van de induikpositie.
Bewerkings-
● Kop C
vlak
● Kop Y
(alleen bij
● Kop B
ShopTurn)
● Mantel C
● Mantel Y
Spil klemmen/loslaten (alleen bij Kop Y/B en Mantel Y)
De functie moet door de machinefabrikant worden geconfigureerd.
(alleen bij Shop‐
Turn)
Z0
Referentiepunt in de gereedschapsas Z
Z1
Kamerdiepte (abs) of diepte m.b.t. Z0 of X0 (incr.)
CP
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik
- (alleen bij ShopTurn-bewerkingsvlak kop Y)
De hoek CP heeft geen invloed op de bewerkingspositie m.b.t. het werkstuk. Hij dient
uitsluitend om het werkstuk met de rondas C zo te positioneren dat een bewerking op
de machine mogelijk is.
C0
Positioneerhoek voor bewerkingsvlak
- (alleen bij ShopTurn-bewerkingsvlak mantel Y)
DXY
● Maximale vlakaanzet
● Maximale vlakaanzet als percentage van de freesdiameter
UXY
Nabewerkingstoegift vlak
UZ
Diepte nabewerkingstoegift
Optilmodus
Optilmodus voor nieuwe aanzet
Wanneer bij de bewerking verschillende induikpunten vereist zijn, kan de terugtrekhoog‐
te worden geprogrammeerd:
● op terugtrekvlak
● Z0 + veiligheidsafstand
Bij de overgang naar het volgende induikpunt trekt het gereedschap op deze hoogte
terug. Wanneer in de zone van de kamer geen elementen hoger zijn dan Z0 (X0), dan
kan als optilmodus Z0 (X0) + veiligheidsafstand worden geprogrammeerd.
10.5.10
Contourkamer frezen (CYCLE63)
Functie
Met de cyclus "Kamer frezen" kunt u een kamer frezen op het kop- of mantelvlak.
Voor u de kamer kunt ruimen, moet u eerst de contour van de kamer en eventueel de contour
van een eiland invoeren. De kamer wordt contourparallel van binnen naar buiten geruimd. De
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Technologische functies programmeren (cycli)
10.5 Contourfrezen
Eenheid
mm
mm
graden
graden
mm
%
mm
mm
mm
mm
555