6.8
Programma-afloop beïnvloeden
6.8.1
Programmabeïnvloedingen
In de bedrijfsmodi "AUTO" en "MDA" kunt u het verloop van een programma veranderen.
Afkorting / Programmabeïn‐
vloeding
PRT
geen asbeweging
DRY
Testrunvoeding
RG0
Gereduceerde ijlgang
M01
Geprogrammeerde stop 1
Geprogrammeerde stop 2
(bijv. M101)
DRF
Handwielverschuiving
SB
SKP
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Werkwijze
Het programma wordt gestart en wordt afgewerkt, met uitsturen van hulpfuncties en verblijftijd.
De assen worden niet verplaatst.
Op die manier worden de geprogrammeerde asposities en het uitsturen van de hulpfuncties
van een programma gecontroleerd.
Opmerking: U kunt de programmabewerking zonder asbewegingen samen met de functie
"Testrunvoeding" activeren.
De verplaatsingssnelheden, die in combinatie met G1, G2, G3, CIP en CT zijn geprogram‐
meerd, worden door een vastgelegde testrunvoeding vervangen. De waarde van de testrun‐
voeding geldt ook i.p.v. de geprogrammeerde omwentelingsvoeding.
Opgelet: Bewerk bij geactiveerde "Testrunvoeding" geen werkstuk, daar door de gewijzigde
voedingswaarden de snijsnelheden van de gereedschappen overschreden resp. het werkstuk
of de machine vernield kunnen worden.
De verplaatsingssnelheid van de assen wordt in ijlgangmodus tot op de in RG0 ingevoerde
procentwaarde gereduceerd.
Opmerking: De gereduceerde ijlgang kunt u definiëren in de instellingen voor automatische
modus.
Het uitvoeren van het programma wordt telkens gestopt bij de blokken waarin de extra functie
M01 is geprogrammeerd. Op die manier kunt u tijdens het bewerken van een werkstuk het
tussentijds resultaat van de bewerking controleren.
Opmerking: Om het uitvoeren van het programma verder te zetten, moet u opnieuw op de toets
<CYCLE START> drukken.
Het uitvoeren van het programma wordt gestopt bij blokken waarin "Cycluseinde" (bijv. met
M101) is geprogrammeerd.
Opmerking: Om het uitvoeren van het programma verder te zetten, moet u opnieuw op de toets
<CYCLE START> drukken.
Opmerking: De weergave kan gewijzigd zijn. Raadpleeg hiervoor de instructies van de machi‐
nefabrikant.
Maakt tijdens de bewerking in de automatische modus met het elektronisch handwiel een extra
incrementele nulpuntverschuiving mogelijk.
Daardoor wordt de gereedschapsslijtage binnen een geprogrammeerd blok gecorrigeerd.
Opmerking: Voor het gebruik van de handwielverschuiving is de optie "Uitgebreide bedienings‐
functies" nodig (voor 828D).
Afzonderlijke blokken worden als volgt geconfigureerd.
● Per blok ruw: Het programma stopt alleen na blokken waarin een machinefunctie wordt
uitgevoerd.
● Rekenblok: Het programma stopt na elk blok.
● Per blok fijn: Het programma stopt ook in cycli alleen na blokken waarin een machinefunctie
wordt uitgevoerd.
U kiest de gewenste instelling met behulp van de toets <SELECT>.
Deze blokken worden bij de bewerking overgeslagen.
Werkstuk bewerken
6.8 Programma-afloop beïnvloeden
159