Voor het bepalen van de contour staan de volgende contourelementen ter beschikking:
● Rechte verticaal
● Rechte horizonzaal
● Rechte diagonaal
● Cirkel/boog
Voor elk contourelement vult u een eigen parametervenster in. Bij het invoeren van de
parameters krijgt u ondersteuning van verschillende hulpschermen waarop meer uitleg over
deze parameters wordt gegeven.
Wanneer u voor bepaalde velden geen waarden invoert, dan gaat de cyclus ervan uit dat deze
waarden onbekend zijn. De cyclus zal dan proberen om deze waarde uit andere parameters
te berekenen.
Bij contouren waar u meer parameters heeft ingevoerd dan strikt noodzakelijk kan het tot
tegenstrijdigheden komen. Probeer in dat geval minder parameters in te voeren en zoveel
mogelijk parameters door de cyclus te laten berekenen.
Contourovergangselementen
Als overgangselement tussen twee contourelementen kunt u een radius, een afschuining of
bij rechte contourelementen ook een ondersnijding selecteren. Het overgangselement wordt
steeds toegevoegd op het einde van een contourelement. De selectie van een
contourovergangselement gebeurt in het parametervenster van het bijbehorende
contourelement.
U kunt steeds een contourovergangselement gebruiken wanneer er een snijpunt tussen twee
aangrenzende elementen is en wanneer dit snijpunt uit de invoerwaarden kan worden
berekend. In alle andere gevallen moet u de contourelementen rechte/cirkel gebruiken.
Extra commando's
Voor elk contourelement kunt u extra commando's in de vorm van G-code invoeren. Extra
commando's (max. 40 tekens) moet u in het uitgebreide parametervenster (softkey "Alle
parameters") invoeren.
Via extra G-codecommando's kunt u bijvoorbeeld voeding en M-commando's programmeren.
U moet er echter voor zorgen, dat de extra commando's niet met de gegenereerde G-code
van de contour in conflict komen. Gebruik daarom geen G-codecommando's van de groep 1
(G0, G1, G2, G3), geen coördinaten in het vlak en geen G-codecommando's waarvoor een
eigen blok vereist is.
Draaien
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Technologische functies programmeren (cycli)
10.3 Contourdraaien
413