Technologische functies programmeren (cycli)
10.3 Contourdraaien
10.3.6
Contour wijzigen
Functie
Een contour die al is aangemaakt, kunt u achteraf nog wijzigen.
U kunt afzonderlijke contourelementen
● bijvoegen,
● wijzigen,
● toevoegen of
● wissen.
Procedure contourelement wijzigen
Procedure contourelement wissen
10.3.7
Contouroproep (CYCLE62) - alleen met G-code programma
Functie
Door deze invoer wordt een verwijzing naar de geselecteerde contour ingesteld.
420
1.
Open het deelprogramma of ShopTurn-programma dat u wilt bewerken.
2.
Selecteer met de cursor het programmablok waar u de contour wilt wijzi‐
gen. Open de geometrieprocessor.
De afzonderlijke contourelementen worden in een lijst weergegeven.
3.
Positioneer de cursor op de plaats waar u wilt invoegen of wijzigen.
4.
Selecteer met de cursor het gewenste contourelement.
5.
Voer de parameters in het invoervenster in of wis het element en selec‐
teer een nieuw element.
6.
Druk op de softkey "Overnemen".
Het gewenste contourelement wordt ingevoegd of gewijzigd.
1.
Open het deelprogramma of ShopTurn-programma dat u wilt bewerken.
2.
Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wissen.
3.
Druk op de softkey "Element wissen".
4.
Druk op de softkey "Wissen".
Bedieningshandboek, 12/2017, 6FC5398-8CP40-6JA1
Draaien