Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Modi - Universal Robots e Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor e Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Trigger
Noodstop
Beveiligde stop
Limietoverschrijding
Foutdetectie
OPMERKING
Als het veiligheidssysteem een fout of overschrijding detecteert, worden alle
veiligheidsuitgangen gereset naar laag.

3.5. Modi

Normale en Verminderde modus
Het veiligheidssysteem heeft twee configureerbare modussen: Normaal en Verminderd.
Veiligheidslimieten kunnen worden geconfigureerd voor elk van deze twee modussen. De verminderde
modus is actief wanneer het robotgereedschap/de eindeffector is gepositioneerd aan de verminderde-
moduskant van een Trigger verminderde modus-vlak of wanneer getriggerd door een
veiligheidsingang.
Gebruik van een vlak om de verminderde modus te triggeren: Wanneer de robot weg beweegt van
de verminderde-moduszijde van het triggervlak, terug naar de normale-moduszijde, is er een gebied
van 20 mm rondom het triggervlak waar limieten van zowel de normale als de verminderde modus zijn
toegestaan. Dit voorkomt dat de veiligheidsmodus flikkert als de robot zich precies op de limiet bevindt.
Gebruik van een ingang om de verminderde modus te triggeren: Wanneer er een ingang wordt
gebruikt (om de verminderde modus te starten of te stoppen), kunnen er tot 500ms voorbijgaan voordat
de nieuwe waarden voor de moduslimieten worden toegepast. Dit kan gebeuren bij het wijzigen van
verminderde modus naar normale modus OF bij het wijzigen van normale modus naar verminderde
modus. Hierdoor kan de robot bijvoorbeeld de snelheid aan de nieuwe veiligheidslimieten aanpassen.
Herstelmodus
Wanneer een veiligheidslimiet wordt overschreden, moet het veiligheidssysteem opnieuw worden
opgestart. Als het systeem zich buiten een veiligheidslimiet bevindt bij het opstarten (bijvoorbeeld
buiten een gewrichtspositielimiet), wordt naar de speciale herstelmodus geschakeld. In de
herstelmodus is het niet mogelijk om programma's voor de robot uit te voeren, maar de robotarm kan
handmatig weer binnen de limieten worden verplaatst met de Freedrive-modus of met behulp van het
tabblad Beweging in PolyScope (zie
handleiding). De veiligheidslimieten van de herstelmodus zijn:
Beschrijving
Snelheidslimiet gewricht
Snelheidslimiet
UR3e
Reactie
Stop categorie 1.
Stop categorie 2.
Stop categorie 0.
Stop categorie 0.
deel Deel II PolyScope-handleiding op pagina 97
22
3. Veiligheidsfuncties en -interfaces
PolyScope-
Limiet
30 °/s
250 mm/s
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ur3eUr10eUr5eUr16e

Inhoudsopgave