Ademslagtoedieningsunit
Tabel 2-9. Indicatoren op het statusscherm en beschrijving (Vervolg)
Indicator of melding op het statusscherm
Betekenis
Batterij wordt opgeladen. Geeft aan dat de
hoofdbatterij van het beademingsapparaat wordt
opgeladen. Dit pictogram beweegt: oranje balkjes
schuiven omhoog in de richting van een '+'-teken, wat
aangeeft dat de batterij wordt opgeladen. Groene
balkjes geven de relatieve resterende
batterijcapaciteit aan. Als er een batterij met langere
levensduur is geplaatst, wordt op het scherm een
vergelijkbare weergave weergegeven op de plek van
de batterij met langere levensduur (linkersleuf). (In de
afbeelding ziet u de situatie zonder geïnstalleerde
optionele compressor).
Batterijpictogram. Als deze afbeelding van het
batterijpictogram op een indicator van het
statusscherm wordt weergegeven, geeft dit aan dat
het beademingsapparaat op batterijvoeding werkt.
Hiermee wordt de gebruiker gewaarschuwd dat er
onvoldoende netvoeding is om het
beademingsapparaat te laten werken. De indicator
wordt vervangen door de indicator "Werkt op
netvoeding" als er weer voldoende netvoeding is.
Werkt op batterij. Hiermee wordt de gebruiker
gewaarschuwd dat er onvoldoende netvoeding is om
het beademingsapparaat te laten werken. Het
beademingsapparaat werkt op batterijvoeding en de
resterende capaciteit is groter dan tien minuten. Let
op de weergave van het batterijpictogram. (In de
afbeelding ziet u de situatie zonder geïnstalleerde
optionele compressor).
Batterij bijna leeg. Geeft aan dat de hoofdbatterij van
het beademingsapparaat (in de rechtersleuf) leeg
begint te raken en dat er nog ten hoogste tien
minuten batterijcapaciteit is. Een percentage-
indicator geeft de resterende batterijcapaciteit weer.
Als er een batterij met langere levensduur is
geïnstalleerd, wordt op het scherm een vergelijkbare
weergave weergegeven op de plek van de batterij
met langere levensduur (linkersleuf). (In de afbeelding
ziet u de situatie zonder geïnstalleerde optionele
compressor).
Gebruikershandleiding
2-33