Instellingen op het beademingsapparaat
10.15
Apneubeademing
10.15.1
Apneubeademing is een back-upmodus die start als de patiënt niet begint
te ademen binnen het apneu-interval (T
T
geeft de maximaal toegestane tijd aan tussen het begin van de inspiratie en het
A
begin van de volgende inspiratie. De beschikbare instellingen omvatten het
verplichte type (PC of VC). De toegestane instellingen voor PC-ademslagen zijn
Apneu-interval (T
•
Inspiratiedruk (P
•
Inspiratieduur (T
•
Ademhalingsfrequentie (f)
•
De toegestane instellingen voor VC-ademslagen zijn:
Apneu-interval (T
•
Flowpatroon
•
O
%
•
2
Inspiratoire piekflow (V
•
Ademhalingsfrequentie (f)
•
Teugvolume (V
•
Tijdens apneubeademing met PC als verplicht type is het stijgtijd-% vastgezet op
50% en is de constante parameter tijdens een wijziging in ademhalingsfrequentie
de inspiratieduur (T
Als apneu mogelijk is (d.w.z. (60/f) > T
verhoogd, verandert het O
niet hoger is ingesteld dan het nieuwe niet-apneu O
apneubeademing verandert niet automatisch als het niet-apneu O
verlaagd. Telkens wanneer een apneu-instelling automatisch wordt gewijzigd,
wordt er een bericht weergegeven op de GUI en verschijnt het scherm met
apneu-instellingen.
Gebruikershandleiding
)
A
)
I
)
I
)
A
)
MAX
)
T
).
I
) en de niet-apneu-instelling voor O
A
% voor apneubeademing automatisch mee als dat nog
2
) dat door de gebruiker is ingesteld.
A
%. Het O
2
Instellingen op het beademingsapparaat
% wordt
2
% voor
2
% wordt
2
10-57