Alarm Ernstige Occlusie; Bewaakte Patiëntgegevens - Covidien Puritan Bennett 980 Series Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Puritan Bennett 980 Series:
- Addendum bij handleiding (14 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (14 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Prestaties
Alarm PROCEDUREFOUT
6.5.26
Het beademingsapparaat geeft een alarm PROCEDUREFOUT af als het wordt
ingeschakeld (door inschakeling van de aan/uit-schakelaar dan wel door
herstel van de voeding na een stroomuitval van minimaal vijf minuten) en het
beademingsapparaat detecteert dat een patiënt wordt aangesloten voordat het
opstarten van het beademingsapparaat is voltooid. Totdat de instellingen van het
beademingsapparaat worden bevestigd, geeft het beademingsapparaat een alarm
met hoge prioriteit af en gaat het naar Veiligheid PCV. Zie
p. 10-73.
Het alarm PROCEDUREFOUT verlangt een bevestiging van de instellingen van het
beademingsapparaat als de voeding van het beademingsapparaat is hersteld, voor
het geval dat er in de tussentijd een andere patiënt op het beademingsapparaat is
aangesloten. Veiligheid PCV is een noodbeademingsmodus die tot de bevestiging
beademing toedient volgens de weergegeven instellingen en niet bestemd is voor
langdurige beademing van de patiënt.
Alarm ERNSTIGE OCCLUSIE
6.5.27
Een alarm voor ernstige occlusie treedt op als de gasflow in het beademingssysteem
van het beademingsapparaat ernstig beperkt is. Het beademingsapparaat gaat over
op de occlusiestatuscyclus (OSC), waarbij het beademingsapparaat met
tussenpozen probeert een op druk gebaseerde ademslag toe te dienen en
tegelijkertijd de inspiratie- en expiratiefase bewaakt op ernstige occlusie. Als er geen
occlusie wordt gedetecteerd, beschouwt het beademingsapparaat de
occlusietoestand als gereset, wordt het occlusiealarm gewist en wordt de
beademing hervat met de instellingen die werden gebruikt voordat de occlusie zich
voordeed. Het beademingsapparaat geeft aan dat er een occlusie is gedetecteerd.
Bewaakte patiëntgegevens
6.6
Bewaakte patiëntgegevens worden weergegeven op de patiëntgegevensbanner
boven aan het GUI-scherm, boven de curveweergave. Zie
p. 4-3. De fabrieksinstellingen zijn aangegeven, indien van toepassing.
Zie
Vitale
patiëntgegevensparameters of de volgorde waarin deze worden weergegeven.
6-48
patiëntgegevens, p. 3-39 voor het wijzigen van de weergegeven
Instellingen Veiligheid
PCV,
Gedeeltes van de
GUI,
Gebruikershandleiding
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
