opstarten hoeven de instellingen echter niet te worden bevestigd.
Alarminstellingen worden op exact dezelfde manier ingevoerd voor NIV- als voor
INVASIVE-beademing.
Raak op elk gewenst moment tijdens het beademen het tabblad Alarmen aan om
de huidige limieten weer te geven en de bewaakte patiëntwaarde die in wit op de
indicatiepijlen voor elk alarm wordt weergegeven.
Zie NIV-standaardalarminstellingen, p. 4-29. Als er een alarm optreedt, verandert de
LED-kleur op basis van de alarmprioriteit. Zie
kleuren en betekenissen van alarmen en de bijbehorende prioriteiten.
Opmerking:
De boven- en onderlimieten van een alarm mogen niet met elkaar conflicteren.
Opmerking:
De bovengrenzen voor de alarmen van spontaan geëxpireerde teugvolume en verplicht
geëxpireerde teugvolume hebben altijd dezelfde waarde. Als u de bovengrens van het ene
alarm verandert, wordt automatisch de bovengrens van het andere gewijzigd.
Gebruikershandleiding
Afbeelding 4-11. NIV-standaardalarminstellingen
Prioriteiten van
alarmen, p. 6-17 voor
Niet-invasieve beademing (NIV)
4-29