Covidien Puritan Bennett 980 Series Gebruikershandleiding pagina 304
Verberg thumbnails
Zie ook voor Puritan Bennett 980 Series:
- Addendum bij handleiding (14 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (14 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Werkingsprincipes
Druk- en flowsensoren in de inspiratie- en expiratiemodules zorgen voor de
ademslagtoedieningsprocessen. Sensorsignalen worden gebruikt als feedback voor
de PSOL voor de ademslagtoediening en de expiratieklepcontrollers. Extra flow- en
druksensoren worden gebruikt in de mixmodule om de samenstelling van het
beademingsgas te controleren. Daarnaast wordt de gastemperatuur gemeten voor
temperatuurcompensatie van de gemeten flowwaarden. Atmosferische druk wordt
gemeten in de inspiratiemodule en gebruikt voor BTPS-compensatie. De
sensorsignalen worden gefilterd met zgn. 'anti-aliasing' filters en bemonsterd met
A/D-omvormers. De signalen worden door andere laagdoorlaatfilters
geconditioneerd en vervolgens gebruikt voor regel- en weergavedoeleinden.
Er wordt een regelsysteem gebruikt om een consistente druk en flowcurves
te handhaven met het oog op de veranderende gesteldheid van de patiënt/het
systeem. Dit wordt bereikt door de uitvoer als een feedbacksignaal te gebruiken dat
vergeleken wordt met de invoer die de gebruiker heeft ingesteld. Het verschil tussen
deze twee wordt gebruikt om het systeem naar de gewenste uitvoer te sturen.
Bijvoorbeeld: drukgestuurde modi maken gebruik van luchtwegdruk als
feedbacksignaal om de gasflow van het beademingsapparaat te controleren. Zie
onderstaande afbeelding. Dit diagram toont een schematische tekening van een
algemeen feedbackcontrolesysteem. De invoer is een referentiewaarde (bijv. door
de gebruiker gepresette inspiratiedruk) die vergeleken wordt met de werkelijke
uitvoerwaarde (bijv. instantane waarde van luchtwegdruk). Het verschil tussen deze
twee waarden is het foutsignaal. Het foutsignaal wordt doorgegeven aan de
controller (bijv. softwarealgoritme voor verificatie). De controller converteert het
foutsignaal naar een signaal dat de actuator (bijv. de hardwaredrivers en kleppen)
kan aansturen een wijziging aan te brengen in de gemanipuleerde variabele (bijv.
inspiratieflow).
Invoer
+
-
Opmerking:
In bovenstaande diagram is de "installatie" de patiënt en het aangesloten
beademingscircuit.
10-4
Fout
Controller
(software)
signaal
Feedbacksignaal
Gemanipuleerd
Actuator
(hardware)
Variabele
Storingen
Gecontroleerd
Installatie
Variabele
Gebruikershandleiding
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
