2 Productoverzicht
Overzicht
2.1
Dit hoofdstuk bevat inleidende informatie over het Puritan Bennett™ 980 Series-
beademingsapparaat.
Opmerking:
Termen die vet en cursief worden weergegeven, zijn opgenomen in de verklarende
woordenlijst.
De communicatie tussen de grafische gebruikersinterface (GUI) van het
beademingsapparaat en de ademslagtoedieningsunit (BDU) vindt continu
plaats via onafhankelijke central processing units (CPU's).
Zie
Pneumatisch schema (met
compressor), p. 2-40 en de bijbehorende
verwijzingsnummers bij het lezen van de volgende paragrafen.
De toediening van gas begint als het beademingsapparaat is aangesloten op lucht
en zuurstof 'uit de muur' (of uit flessen). Het gas wordt getransporteerd naar de
mengmodule waar de betreffende gasdrukpercentages worden geregeld door de
respectieve proportionele solenoïdekleppen (PSOL's). De PSOL's meten de gassen
volgens de ingevoerde instellingen van het beademingsapparaat, waarna de
gassen via afzonderlijke flowsensoren voor lucht en zuurstof in de mengcollector en
de accumulator stromen om te worden gemengd. De afzonderlijke
gasdrukpercentages worden voortdurend gecontroleerd, zowel voor- als nadat
deze zijn gemengd in de mengcollector en accumulatoreenheid. Het gemengde
gas stroomt vervolgens naar het pneumatische inspiratiesysteem waar het door de
flowsensor voor ademslagtoediening en daarna de inspiratoire PSOL stroomt om te
worden toegediend aan de patiënt.
Voordat het gas de patiënt bereikt, wordt het eerst door een intern inspiratoir
bacteriefilter geleid en vervolgens door een extern inspiratoir bacteriefilter dat aan
de gasuitvoer van het beademingsapparaat is bevestigd (de Naar patiënt-poort),
waar het beademingscircuit wordt bevestigd. Als het gas terugkomt van de patiënt,
stroomt het door het expiratoire gedeelte van het beademingscircuit naar de Van
patiënt-poort op het expiratoire bacteriefilter (dat een condensaatflacon bevat)
voordat het door de expiratieflowsensor en de expiratieklep (EV) stroomt. Via een
gasafzuigpoort kan het uitgeademde gas het beademingsapparaat verlaten en naar
de ruimte stromen.
2-1