Het beademingsapparaat is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waar
beheersingsmaatregelen voor uitgestraalde RF-storingen gelden. De eigenaar of gebruiker van het
beademingsapparaat kan elektromagnetische storing helpen voorkomen door een minimumafstand
aan te houden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en het
beademingsapparaat volgens de onderstaande aanbevelingen, afhankelijk van het maximale
Nominaal
maximaal
uitgangsvermogen
van zender (W)
Voor zenders met een nominaal maximaal uitgangsvermogen dat niet hierboven vermeld is, kan de aanbevolen
scheidingsafstand d in meter (m)
frequentie van de zender, waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van de zender in Watt (W) is
volgens de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing.
OPMERKING 2 Deze richtlijnen zijn mogelijk niet van toepassing in alle situaties. Elektromagnetische
verspreiding wordt beïnvloed door absorptie en weerkaatsing van structuren, voorwerpen en personen.
De veldsterkten van vaste zenders, bepaald door middel van een elektromagnetisch onderzoek ter plaatse
moeten in elk frequentiebereik minder bedragen dan het compliantieniveau
in de nabijheid van apparatuur gemarkeerd met het volgende symbool:
1.
De compliantieniveaus in de ISM-frequentiebanden tussen 150 kHz en 80 MHz en in het frequentiebereik 80 MHz tot 2,5 GHz zijn bestemd
om de kans te verkleinen dat mobiele/draagbare communicatieapparatuur storing veroorzaakt, mocht deze onverhoopt in de
patiëntomgeving worden gebracht. Derhalve wordt een aanvullende factor van 10/3 gebruikt bij het berekenen van de scheidingsafstand
voor zenders in deze frequentiebereiken.
2.
Veldsterkten uit vaste zenders, zoals basisstations voor (mobiele/draadloze) radiotelefoons en mobiele zenders over land, amateurzenders,
AM- en FM-radiozenders en tv-zenders, kunnen theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld. Ter beoordeling van de elektromagnetische
omgeving ten gevolge van vaste RF-zenders dient worden te overwogen om een elektromagnetisch onderzoek ter plaatse uit te voeren.
Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar het 980 Series-beademingsapparaat wordt gebruikt groter is dan het hierboven vermelde
toepasselijke RF-compliantieniveau, moet het 980 Series-beademingsapparaat worden geobserveerd om te bepalen of het normaal
functioneert. Als een abnormale werking wordt waargenomen, kunnen aanvullende maatregelen vereist zijn, zoals het draaien of
verplaatsen van het beademingsapparaat.
3.
Over het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moeten de veldsterkten minder dan 10 V/m zijn.
WAARSCHUWING:
Het gebruik van andere accessoires en kabels dan de gespecificeerde,
met uitzondering van onderdelen die door Covidien worden verkocht ter
vervanging van interne onderdelen, kan resulteren in grotere emissies
of verminderde immuniteit van het beademingssysteem.
Gebruikershandleiding
Tabel 11-19. Aanbevolen scheidingsafstand voor RF (Vervolg)
uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
150 kHz tot
150 kHz tot
80 MHz buiten
80 MHz binnen
ISM-banden
ISM-banden
d
=
d
=
3 5 P
,
1
worden geschat aan de hand van de vergelijking die van toepassing is op de
80MHz tot
800 MHz
12 P
d
=
1 2 P
,
3
. Er kan interferentie optreden
Verklaring van de fabrikant
800 MHz tot
2,5 GHz
d
=
2 3 P
,
2
,
11-37