Gebruik
Raak Akkoord of ALLES akkoord aan om de nieuwe instellingen toe te passen of raak
5.
Annuleren aan om alle wijzigingen te annuleren en het dialoogvenster af te sluiten.
Opmerking:
De indicatoren voor tubetype en binnendiameter tube knipperen als TC een nieuwe
selectie is, wat aangeeft dat het juiste tubetype en tube-ID moet worden ingevoerd.
Volg deze stappen om nieuwe instellingen voor de bevochtiger in te voeren:
Raak op het instelscherm van het beademingsapparaat het tabblad Meer instellingen
1.
aan. Er verschijnt een dialoogvenster met selecties voor type en volume van de
bevochtiger.
De knop Bevochtigersvolume onder de selectie verschijnt alleen als Niet-verwarmde
expiratieslang of Verwarmde expiratieslang is geselecteerd als type bevochtiger.
Draai aan de knop om een waarde in te voeren die gelijk is aan het droogvolume van
2.
de gebruikte bevochtigingskamer.
Raak Akkoord of ALLES akkoord aan om de nieuwe instellingen toe te passen of
3.
Annuleren om alle wijzigingen te annuleren en het dialoogvenster af te sluiten.
Apneu-instellingen
4.5.2
Nadat u in de beademingsinstellingen de nodige wijzigingen hebt aangebracht,
raakt u het tabblad Apneu aan de linkerkant van het dialoogvenster Set-up aan.
Hoewel het niet nodig is om de apneu-instellingen te wijzigen, moet u bevestigen
dat de standaardinstellingen geschikt zijn voor de patiënt. Bij apneubeademing zijn
drukgestuurde of volumegestuurde ademslagtypen mogelijk. Parameters in
drukgestuurde apneu-ademslag zijn onder andere f, P
Volumegestuurde apneu-
ademslagparameters zijn f, V
Opmerking:
Als u Snelle start hebt gekozen, wordt op het tabblad Apneu op het scherm Set-up bead. een
gele driehoek weergegeven die aangeeft dat de apneu-instellingen nog niet zijn
gecontroleerd.
4-16
, V
, flowpatroon, O
T
MAX
, T
O
% en T
.
I
I
2
A
% en T
.
2
A
Gebruikershandleiding