Waarschuwingen met betrekking tot elektriciteit
1.3.6
WAARSCHUWING:
Tref de volgende maatregelen ter vermijding van elektrische schokken:
Gebruik alleen batterijen, adapters en kabels van het merk Covidien.
•
Gebruik geen batterijen, adapters of kabels die zichtbaar beschadigd zijn.
•
Raak geen inwendige onderdelen aan.
•
Waarschuwingen met betrekking tot beademingsinstellingen
1.3.7
WAARSCHUWING:
Het beademingsapparaat biedt diverse beademingsopties. Gedurende de gehele
behandelingsperiode van de patiënt dient de arts, afgaande op zijn/haar klinisch
oordeel, de beademingsmodus en -instellingen voor de betreffende patiënt
zorgvuldig te selecteren, waarbij rekening wordt gehouden met de toestand en
behoeften van de patiënt, en met de voordelen, beperkingen en kenmerken van de
beademingsopties. Omdat de gesteldheid van de patiënt na verloop van tijd
verandert, moet regelmatig worden gekeken of de gekozen modi en instellingen
nog steeds optimaal zijn voor de behoeften van de patiënt op dat moment.
WAARSCHUWING:
Gebruik de juiste alarminstellingen om valse alarmen te vermijden.
WAARSCHUWING:
Kies ter voorkoming van verkeerde beademing het juiste tubetype (ET of TRACH) en
de juiste binnendiameter, afgestemd op de beademingsbehoefte van de patiënt.
Wanneer voor een ET-tube of tracheacanule een instelling wordt ingevoerd die
hoger of lager is dan de werkelijke waarde, kan dat leiden tot onjuiste (te veel
of onvoldoende) beademingsondersteuning.
WAARSCHUWING:
Het uitschakelen van alarmen voor het expiratoir volume vergroot het risico van
gemiste detectie van een gering retourvolume.
WAARSCHUWING:
Het instellen van alarmlimieten op UIT of op extreem hoge of lage waarden, kan
ervoor zorgen dat het bijbehorende alarm tijdens beademing niet wordt
geactiveerd. Hierdoor wordt de patiënt minder goed bewaakt en wordt de arts
mogelijk niet geattendeerd op situaties die mogelijk ingrijpen vereisen.
Gebruikershandleiding
Veiligheidsinformatie
1-9