Werkingsprincipes
1
2
3
4
Geleidelijk doorvoeren van nieuwe apneu-intervallen
10.12.6
De manier waarop een nieuw apneu-interval wordt doorgevoerd, is afhankelijk van
het feit of apneubeademing al dan niet actief is. Als apneubeademing actief is,
aanvaardt en gebruikt het beademingsapparaat de nieuwe instelling direct. Tijdens
normale beademing (m.a.w. apneubeademing is niet actief) gelden de volgende
regels:
Als de nieuwe instelling voor het apneu-interval korter is dan het huidige (of tijdelijk
•
verlengde) apneu-interval, gaat de nieuwe waarde bij de volgende inspiratie van kracht.
Als de nieuwe instelling voor het apneu-interval langer is dan het huidige (of tijdelijk
•
verlengde) apneu-interval, wordt het oude interval direct verlengd overeenkomstig het
nieuwe interval.
10-44
Afbeelding 10-22. Apneubeademing bij SIMV
T
b
Laatste ademslag (PIM)
VIM
T
m max
5
T
A
6
T
(Als T
verstrijkt tijdens T
m
A
beademingsapparaat een VIM toe in plaats
van met apneubeademing te beginnen)
7
T
s
, dient het
m
Gebruikershandleiding