Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Covidien Puritan Bennett 980 Series Gebruikershandleiding pagina 492

Verberg thumbnails Zie ook voor Puritan Bennett 980 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

STORING
STPD
SVO
Systeemstoring
T
A
Tb
T
E
Technisch alarm
T
I
Tm
T
PL
Verklarende woordenlijst-8
Tabel Glossar-1.  Verklarende terminologielijst van beademingsbegrippen (Vervolg)
Een categorie omstandigheden die tijdens SST of EST kunnen worden
gedetecteerd en die het beamingsapparaat doen overschakelen op de status
'Veiligheidsklep staat open'. Een beademingsapparaat dat aan STORING
onderhevig is, moet buiten klinisch gebruik worden gesteld en onmiddellijk in
onderhoud worden genomen.
Standaardtemperatuur en druk, droog (standard temperature and pressure, dry).
Betekenis: droog gas bij standaard atmosferische druk (760 mmHg, 101,333 kPa,
ca. 1,0 bar) en 0 °C.
Veiligheidsklep staat open (safety valve open). Een noodsituatie waarbij het
beademingsapparaat de veiligheidsklep opent zodat de patiënt zonder hulp van
het apparaat omgevingslucht kan in- en uitademen. Een SVO-status hoeft niet per
se een teken te zijn dat het beademingsapparaat niet functioneert. Het
beademingsapparaat komt in de SVO-stand als er een hardware- of
softwarestoring optreedt die een veilige beademing in gevaar zou kunnen
brengen vanwege falende toevoer van lucht en zuurstof, of wanneer het systeem
een occlusie detecteert.
Een definitie die in de vangnetfunctie van het beademingsapparaat wordt
gebruikt. Systeemstoringen omvatten hardwarestoringen (die ontstaan in het
beademingsapparaat en die de werking ervan beïnvloeden), 'softe' storingen
(storingen die kortstondig op het beademingsapparaat optreden en de normale
werking verstoren), onvoldoende toevoer (netspanningsvoeding of externe
gasdruk) en problemen met de integriteit van het patiëntcircuit (circuit
geblokkeerd of losgekoppeld).
Apneu-interval, de door de gebruiker ingestelde variabele die het interval tussen
de ademslagen bepaalt. Bij overschrijding bewerkstelligt deze instelling dat het
beademingsapparaat een apneu afroept en op apneubeademing overschakelt.
De duur van een ademhalingscyclus (breath time) tijdens mechanische
beademing.
Expiratieduur. Het expiratie-interval van een ademslag. Ook: de door de gebruiker
ingestelde timingvariabele die de expiratieperiode bepaalt voor drukgestuurde
(PC) of VC+ verplichte ademslagen.
Een alarm dat wordt veroorzaakt door schending van een van de
zelfbewakingscondities van het beademingsapparaat, of bij detectie door
achtergrondcontroles.
Inspiratieduur, het inspiratie-interval van een ademslag. Ook: de door de gebruiker
ingestelde timingvariabele die het inspiratie-interval bepaalt voor drukgestuurde
(PC) of VC+ verplichte ademslagen.
Het verplichte intervalgedeelte (mandatory time) van een
SIMV-ademhalingscyclus; gereserveerd voor PIM-ademslagen.
Plateauduur. De tijdsduur waarmee de inspiratiefase van een verplichte ademslag
wordt verlengd nadat de inspiratieflow is gestopt en de expiratie is geblokkeerd.
Hierdoor wordt de verblijfsduur van het gas in de longen van de patiënt verlengd.
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave