Installatie
Schakel het beademingsapparaat in met behulp van de stroomschakelaar die zich aan
3.
de voorkant van de BDU, onder het statusscherm, bevindt. Het beademingsapparaat
voert een POST uit als de stroomschakelaar is ingeschakeld. Zorg ervoor dat het
beademingsapparaat op volledige netvoeding werkt. Anders kan de SST-test
mislukken.
Wacht minstens 15 minuten om het beademingsapparaat te laten opwarmen en
4.
stabiliseren, om nauwkeurige resultaten te garanderen.
Raak op het opstartscherm van het beademingsapparaat de knop SST aan of het
5.
pictogram Configureren (moersleutel) dat in het gedeelte rechtsonder in het GUI-
scherm wordt weergegeven. Het SST-geschiedenislogboek wordt weergegeven met
de knoppen Patiëntinstellingen, Lektest uitv en Alle SST uitv.
Sluit het patiëntcircuit, de filters, de condensaatflacon en alle accessoires aan die voor
6.
de patiëntbeademing moeten worden gebruikt. Zorg ervoor dat het Y-stuk voor de
patiënt niet geblokkeerd is.
Raak Alle SST uitv aan om alle SST-tests uit te voeren of raak Lektest uitv aan om de SST-
7.
lektest van het beademingscircuit van het apparaat uit te voeren.
Raak Akkoord aan om door te gaan of Annuleren om terug te gaan naar het vorige scherm.
8.
Nadat u akkoord bent gegaan, raakt u de knop Circuittype aan die overeenkomt met
9.
het type patiëntcircuit dat wordt gebruikt om de SST uit te voeren en de patiënt te
beademen (voor volwassenen, kinderen of neonaten).
Raak de knop Bevochtigingstype aan die overeenkomt met het bevochtigingstype dat
10.
voor de patiëntbeademing wordt gebruikt. Als er geen bevochtiger wordt gebruikt,
raakt u HME aan. Als er wel een bevochtiger wordt gebruikt, raakt u Bevochtigingsvolume
aan en draait u aan de knop om het volume in te voeren. Zie
en pediatrische patiënten of
voeren volume te bepalen.
Raak Akkoord aan om SST te starten.
11.
Volg de aanwijzingen. Voor bepaalde SST-tests is de tussenkomst van een gebruiker
12.
nodig. Deze tests worden voor onbepaalde tijd onderbroken tot een reactie wordt
ontvangen. Zie
testprocedure en -resultaten.
Na elke test geeft het beademingsapparaat de resultaten weer. Als een bepaalde test
13.
mislukt, wordt het testresultaat op het scherm weergegeven en hebt u de keuze de test
te herhalen of de volgende test uit te voeren. Als alle SST-tests zijn voltooid, geeft het
SST-statusscherm de resultaten van de afzonderlijke tests weer.
Als u door wilt gaan naar het instellen van de patiënt (als de SST geen WAARSCHUWING
14.
of STORING heeft gedetecteerd), raakt u SST afsluiten aan en vervolgens Akkoord of u
schakelt het beademingsapparaat uit en weer in.
3-46
Tabel 3-5.
voor neonatale patiënten, om het juiste in te
Afzonderlijke
SST-resultaten, p. 3-49 voor een samenvatting van de SST-
Tabel 3-4.
voor volwassen
Gebruikershandleiding