Alarmvolume
Apneu-interval (T
Bovengrens circuitdruk (2P
Instelling lage circuitdruk (4P
Alarminstelling hoog geëxpireerd
minuutvolume (2V
Gebruikershandleiding
Tabel 11-10. Bereik en resolutie alarminstellingen
Instelling
Regelt het volume van
alarmmeldingen.
)
Het alarm Apneu geeft aan dat
A
noch het beademingsapparaat,
noch de patiënt een ademslag
heeft geïnitieerd gedurende het
door de gebruiker geselecteerde
apneu-interval (T
alarmconditie voor Apneu waar is,
start het beademingsapparaat
verplichte beademing volgens het
voorschrift van de gebruiker.
Het alarm 1P
)
PEAK
luchtwegdruk van de patiënt ≥ het
ingestelde alarmniveau is.
Het alarm 3P
)
PEAK
gemeten luchtwegdruk ≤ de
ingestelde alarmlimiet is tijdens
een NIV- of VC+-inspiratie.
Het alarm 1V
)
dat het gemeten totale
E TOT
minuutvolume ≥ de ingestelde
alarmlimiet is.
Beschrijving
Bereik: 1 (minimum)
tot 10 (maximum)
Resolutie: 1
Bereik: 10 s tot 60 s of UIT in CPAP
Resolutie: 1
). Als de
A
geeft aan dat de
Bereik: 7 cmH
PEAK
Resolutie: 1 cmH
geeft aan dat de
Bereik:
PEAK
NIV: UIT of ≥ 0,5 cmH
< 100 cmH
Resolutie: 0,5 cmH
waarden < 20,0 cmH
voor waarden ≥ 20 cmH
geeft aan
Bereik: UIT en
E TOT
NEONATEN: 0,1 L/min tot
10 L/min
PEDIATRISCH: 0,1 L/min tot
30 L/min
VOLWASSENE: 0,1 L/min tot
100 L/min
Resolutie: 0,005 L/min voor
waarden < 0,50 L/min;
0,05 L/min voor waarden
≥ 0,5 L/min tot < 5,0 L/min;
0,5 L/min voor waarden
≥ 5,0 L/min
Prestatiespecificaties
Bereik en resolutie
O tot 100 cmH
O
2
2
O
2
O tot
2
0
2
O voor
2
O; 1 cmH
O
2
2
O
2
11-17