Problemen oplossen
Afvoer van gebruikte onderdelen
8.4
Volg de lokale voorschriften en recyclingplannen met betrekking tot het
wegwerpen of recycleren van apparaatonderdelen. Voer alle beschadigde
onderdelen die uit het beademingsapparaat tijdens de onderhoudsprocedures
worden verwijderd af volgens het protocol van uw zorginstelling. Verontreinigde
onderdelen moeten vóór niet-destructieve afvoer worden gesteriliseerd.
Apparaatlogboeken
8.5
Het beademingsapparaat maakt gebruik van diverse logboeken voor het opslaan
van gebeurtenisgegevens die later weer kunnen worden opgehaald in het kader
van de behandeling van de patiënt. Sommige van deze logboeken zijn toegankelijk
tijdens de beademing en sommige zijn alleen beschikbaar voor medewerkers van
Covidien wanneer het beademingsapparaat in de onderhoudsmodus staat. De
Bedieningshandleiding van het Puritan Bennett™ 980 Series-beademingsapparaat
bevat meer informatie over de logboeken waarover het onderhoudspersoneel kan
beschikken.
Als tijdens de configuratie van het beademingsapparaat Nieuwe patiënt
wordt geselecteerd, worden de patiëntgegevens, instellingen van het
beademingsapparaat en alarmlogboeken gewist. Deze informatie is na de selectie
van Nieuwe patiënt echter beschikbaar voor inzage door onderhoudsmedewerkers
wanneer het beademingsapparaat wordt geconfigureerd.
Alarmlogboek — In het alarmlogboek worden de gegevens geregistreerd van
•
maximaal 1000 alarmen die zich hebben voorgedaan, waaronder of deze gereset of
automatisch gereset zijn, het prioriteitsniveau en de bijbehorende analyseberichten.
Het alarmlogboek is toegankelijk tijdens normale beademing en in de onderhoudsmodus.
Telkens als een alarm wordt gedetecteerd, geëscaleerd, gereset of automatisch gereset,
wordt een vermelding met datum- en tijdstempel vastgelegd in het logboek. Er wordt ook
een vermelding vastgelegd als er een geluidsonderdrukkingsinterval begint, afloopt of
wordt geannuleerd. Als er zich een of meer alarmen hebben voorgedaan sinds de laatste
keer dat het alarmlogboek is ingezien, wordt er in de GUI een driehoekig pictogram
weergegeven dat aangeeft dat er ongelezen items zijn. Het alarmlogboek wordt
opgeslagen in een niet-vluchtig geheugen (NVRAM) en kan opnieuw worden
weergegeven nadat het beademingsapparaat is uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
Als het beademingsapparaat om welke reden dan ook overgaat op BUV, wordt dat
ook vastgelegd in het alarmlogboek. Het alarmlogboek wordt gewist wanneer het
beademingsapparaat wordt geconfigureerd voor een nieuwe patiënt.
Instellingenlogboek — In het instellingenlogboek worden wijzigingen van
•
de instellingen van het beademingsapparaat vastgelegd zodat de behandeling van de
patiënt met het beademingsapparaat achteraf kan worden geanalyseerd. De tijd en
datum, oude en nieuwe instelling en alarm-resets worden vastgelegd. In het logboek
8-2
Gebruikershandleiding