Prestaties
Alarmen weergeven
6.5.6
Als zich een alarm voordoet, knippert de omni-directionele LED boven op de GUI in
een kleur die de prioriteit van het alarm aangeeft, klinkt er een reeks tonen en wordt
op de GUI een alarmbanner weergegeven. Zie
de alarmbanner verschijnt, wordt daarop het basisbericht weergegeven. Als het
afzonderlijke alarm wordt aangeraakt, wordt een uitgebreidere toelichting
weergegeven, met analyse- en oplossingsberichten. De toelichting kan tevens een
koppeling naar het alarmlogboek of het scherm met alarminstellingen bevatten.
Raak de koppeling aan om de gewenste informatie weer te geven. De
omni-directionele LED van de GUI blijft constant branden en kan meerdere kleuren
vertonen, hetgeen betekent dat zich meerdere alarmen hebben voorgedaan met
verschillende prioriteitsniveaus. Tijdens een gebeurtenis die meerdere alarmen
veroorzaakt, geeft het beademingsapparaat tegelijkertijd de twee actieve alarmen
met de hoogste prioriteit weer.
Vertraagd alarm
6.5.7
Bepaling van een alarmconditie
De vertragingstijd vanaf het moment waarop de alarmconditie zich voor het eerst
voordoet totdat het alarm als onmerkbaar is gemeld.
Vertraging naar/van een distributiealarmsysteem
Voor alarmcondities die via de seriepoort lopen hangt de algehele vertraging af van
de snelheid van het externe apparaat. De vertraging vanaf het tijdstip waarop de
seriepoort wordt gepold door het externe apparaat, totdat het alarmbericht de
seriepoort verlaat, duurt niet langer dan drie (3) seconden. Een voorbeeld van een
extern apparaat is een patiëntmonitor.
Verwerking van alarmen
6.5.8
Actuele alarminstellingen worden opgeslagen in het niet-vluchtige geheugen
(NVRAM) van het beademingsapparaat. Als de alarminstellingen worden gewijzigd
door een andere arts, worden de nieuwe instellingen van toepassing. Bijvoorbeeld:
er zijn geen door de gebruiker geselecteerde standaard alarminstellingen.
De alarmverwerkingsstrategie van het beademingsapparaat dient om:
6-16
Gedeeltes van de
GUI, p. 4-3. Wanneer
Gebruikershandleiding