Comm-poortconfiguratie
5.4.3
Door configuratie van de Comm-poort kan het beademingsapparaat communiceren
met de apparaten die vermeld staan in het scherm Instellen Comm of
curvegegevens (in ASCII-indeling) overnemen van het beademingsapparaat.
Comm-poorten configureren
Raak COM1, COM2 of COM3 aan.
1.
Draai aan de knop om de gewenste apparaatconfiguratie aan te geven.
2.
Selecteer de gewenste baudrate. Als u curves hebt geselecteerd, wordt de baudrate
3.
automatisch ingesteld op 38.400.
Selecteer 7 of 8 databits.
4.
Selecteer voor de pariteit 'even' (even), 'odd' (oneven) of 'none' (geen) als databits = 8.
5.
Sluit het apparaat aan op de poort die u hebt geconfigureerd. Zie Poortlocaties,
p. 5-18 voor een beschrijving en de plaats van de Comm-poorten.
Opmerking:
Als een USB-poort als Comm-poort is geconfigureerd, moet u een adapterkabel voor USB
naar serieel gebruiken. Deze adapter moet zijn gebaseerd op de door Prolific vervaardigde
chipset. Neem voor nadere informatie contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger
van Covidien.
Bij de selectie van curves bij het configureren van een Comm-poort kan
het beademingsapparaat de druk, flow en volgnummers in ASCII-indeling
overzetten vanaf de geselecteerde seriële poort, met een baudrate van
38.400 pulsen/s en de door de gebruiker ingestelde stopbits en pariteit. Om
de 20 ms wordt een reeks druk- en flowmetingen uitgevoerd. De verzamelde
meetwaarden worden via de geselecteerde seriële poort verzonden aan het einde
van elke ademslag bij een ademfrequentie van ten minste 10/min. Als de
ademslagen langer duren, worden ten minste de eerste acht seconden van de
ademhaling verzonden. De gegevensindeling is als volgt: Het begin van de
inspiratie wordt aangegeven door "BS, S:nnn,<LF>" waarbij 'BS' staat voor het begin
van de ademslag (Breath Start), 'S:nnn' een volgnummer is dat na elke ademslag
wordt verhoogd en <LF> een regelinvoerteken is. In de velden fff en ppp worden
respectievelijk de flow- en drukgegevens van de ademslag weergegeven. Het einde
van de expiratie wordt aangegeven door: "BE<LF>" waarbij 'BE' staat voor einde
ademslag (Breath End) en <LF> een regelinvoerteken is.
Gebruikershandleiding
Gegevensoverdracht
5-5