Hoge druk (P
10.15.16
Het drukniveau dat door de gebruiker wordt ingevoerd voor de inspiratiefase van de
verplichte ademslag bij BiLevel-beademing.
Lage druk (P
10.15.17
Het drukniveau dat door de gebruiker wordt ingevoerd voor de expiratiefase van de
verplichte ademslag bij BiLevel-beademing.
Tijd hoog (T
10.15.18
De tijd (in seconden) waarin the beademingsapparaat het ingestelde
hogedrukniveau aanhoudt bij BiLevel-beademing.
Tijd laag (T
10.15.19
De tijd (in seconden) waarin the beademingsapparaat het ingestelde
lagedrukniveau aanhoudt bij BiLevel-beademing.
Verhouding T
10.15.20
De verhouding tussen T
de I:E-verhouding tijdens beademing van een patiënt zonder BiLevel.
PEEP
10.15.21
Deze instelling bepaalt de positieve eindexpiratoire druk (PEEP), ook wel de basislijn
van luchtwegdruk genoemd. PEEP is de positieve druk die tijdens expiratie in stand
wordt gehouden in het patiëntcircuit. Veranderingen in de instelling PEEP worden
aan het begin van de expiratie doorgevoerd.
De som van:
PEEP + 7 cmH
•
PEEP + P
•
PEEP + P
•
Gebruikershandleiding
) bij BiLevel
H
) bij BiLevel
L
) bij BiLevel
H
) bij BiLevel
L
:T
bij BiLevel
H
L
en T
bij BiLevel-beademing, vergelijkbaar met
H
L
O of
2
+ 2 cmH
O (als PC actief is), of
I
2
+ cmH
O (als PS is ingeschakeld)
SUPP
2
Instellingen op het beademingsapparaat
10-67