Werkingsprincipes
Opmerking:
Expiratiepauzes zijn niet toegestaan in Veiligheid-PCV.
Patiëntproblemen
10.16.2
Bij patiëntproblemen blijft het beademingsapparaat geheel functioneel en wordt
het betreffende alarm afgegeven. De detectie, respons en prioriteit van elk alarm in
verband met de patiënt zijn afhankelijk van de aard van dat patiëntprobleem.
Zie Alarmen, p. 6-4 voor een uitgebreide beschrijving van het patiëntalarmsysteem.
Systeemproblemen
10.16.3
Het beademingsapparaat is zo ontworpen dat systeemstoringen worden
voorkomen. Dankzij het modulaire ontwerp werkt de ademslagtoedieningsunit
(BDU) onafhankelijk van de grafische gebruikersinterface (graphical user interface,
GUI). Daarnaast hebben diverse modules van het subsysteem voor
ademslagtoediening redundantie, zodat er bij bepaalde storingen beademing
wordt geboden op basis van instellingen die niet afhankelijk zijn van mogelijk
defecte onderdelen. De systeemstoringen omvatten:
Hardwarestoringen (die in het beademingsapparaat ontstaan en van negatieve invloed
•
zijn op de werking)
10-74
Tabel 10-9. Instellingen Veiligheid PCV (Vervolg)
Parameter
1P
PEAK
1V
alarm
E TOT
3V
alarm
E TOT
1V
alarm
TE
3V
alarm
TE MAND
3V
alarm
TE SPONT
Circuittype
Bevochtigingstype
Bevochtigersvolume
Waarde Veiligheid PCV
20 cmH
O
2
UIT
0,05 L/min
UIT
UIT
UIT
De als laatste ingestelde waarde of de waarde voor
volwassenen als er geen waarde beschikbaar is
De ingestelde waarde of 'NIET-VERWARMDE
EXP.SLANG' als er geen waarde beschikbaar is
De als laatste ingestelde waarde of 480 mL als er geen
waarde beschikbaar is
Gebruikershandleiding