Werkingsprincipes
Druk of flow tijdens expiratie
Inspiratiekleppen tijdens expiratie
Expiratieklep tijdens expiratie
Pressure support; drukondersteuning (PS)
10.8.1
Drukondersteuning is een type spontane ademslag, die vergelijkbaar is met PC,
waarbij de druk geregeld wordt met als doel het leveren van een constante waarde,
die ingesteld wordt door de arts, zodra er een ademinspanning van de patiënt
wordt gedetecteerd. Deze targetwaarde wordt vastgehouden tot het einde van de
inspiratie wordt gedetecteerd. Vervolgens start de expiratieklep de expiratie en
wordt de druk naar het PEEP-niveau gestuurd.
Volume-ondersteuning (VS)
10.8.2
Volume-ondersteuning is een spontaan ademslagtype met drukondersteuning dat
beschikbaar is als de modus SPONT is geselecteerd. Het targetvolume
ondersteuning (V
drukondersteuning.
Zie
Bereik en resolutie instellingen
over de volgende VS instellingen:
Expiratiegevoeligheid
•
% stijgtijd
•
Targetvolume ondersteuning (V
•
10-24
Tabel 10-3. Kenmerken toediening spontane ademslagen (Vervolg)
Kenmerk
) is het targetvolume voor ademslagen met
T SUPP
beademingsapparaat, p. 11-8 voor meer informatie
E
(
SENS )
)
T SUPP
Implementatie
Druk wordt geregeld om PEEP te verkrijgen.
Voor druktriggering: ingesteld voor afgifte van een
biasflow van 1 L/min bij het einde van de
expiratieflow.
Voor flowtriggering: zo ingesteld dat basisflow wordt
toegediend.
Voor druktriggering: ingesteld voor afgifte van een
biasflow van 1 L/min bij het einde van de
expiratieflow.
Voor flowtriggering: ingesteld voor afgifte van
basisflow bij het einde van de expiratieflow.
Wordt zo ingesteld dat de door de gebruiker
ingestelde PEEP-waarde behouden blijft.
Gebruikershandleiding