Gebruik
Instellingen in het beademingsapparaat invoeren
Selecteer beademingstype, modus, verplicht type, spontaan type en triggertype door
1.
de bijbehorende knoppen aan te raken.
Raak de knop aan voor de beademingsinstelling waarvoor u wijzigingen wilt
2.
aanbrengen.
Pas de instellingswaarde aan.
3.
Ga op deze manier door totdat alle wijzigingen zijn aangebracht en raak vervolgens
4.
Akkoord of ALLES akkoord aan.
Raak Start aan. Het beademen begint pas als het beademingscircuit is aangesloten op
5.
de luchtweg van de patiënt. Nadat de beademing is gestart, maken de curves grafieken
op de weergegeven assen van de curves. Zie Curven, p. 3-41 voor informatie over het
instellen van de grafische weergave.
Als een van de instellingen moet worden gewijzigd, gaat u terug naar het scherm
Set-up bead. zoals hierboven beschreven.
Opmerking:
Er verschijnt een pictogram met een gele driehoek op de tabbladen en knoppen die op de
GUI worden weergegeven met ongelezen of niet-bekeken items. Als het item met het
pictogram wordt aangeraakt, verdwijnt het pictogram.
Opmerking:
Als u instellingen wilt wijzigen nadat u de configuratie voor de patiënt hebt voltooid, raakt
u het tabblad Vent aan de linkerkant van het dialoogvenster Set-up aan en wijzigt u de
instellingen zoals hierboven beschreven. De huidige instelling verschijnt in een wit
lettertype en verandert in geel cursief om aan te geven dat de nieuwe waarde nog in
behandeling is. Raak Akkoordof ALLES akkoord aan om één wijziging of een batch van
wijzigingen te bevestigen. Nadat de instellingen zijn geaccepteerd, verandert de weergave
weer in een wit lettertype.
Opmerking:
Als u de knoppen Snelle start, Akkoord, ALLES akkoord of Start selecteert in het dialoogvenster
Set-up, worden alle instellingen in ALLE vier de tabbladen voor Set-up (Set-up bead.,
Apneu, Alarmen en Meer instellingen) geïmplementeerd en wordt het dialoogvenster
Set-up afgesloten.
4-14
Gebruikershandleiding