Draaiknop in de gewenste stand draaien:
Nulstand. Buitenspiegel uitgeklapt, verwar-
ming van de buitenspiegel uitgeschakeld, de
buitenspiegel kan niet worden ingesteld.
Synchrone spiegelverstelling
Selecteer in het menu Instellingen - Comfort
●
als de buitenspiegels synchroon moeten wor-
›››
den ingesteld
pagina
48.
●
De knop in stand L draaien.
De linker buitenspiegel instellen. De rech-
●
ter buitenspiegel wordt gelijktijdig (syn-
chroon) mee ingesteld.
●
Indien nodig, de instelling van de rechter
buitenspiegel corrigeren: draai de knop in de
stand R.
Automatisch dimmende buitenspiegel aan
bestuurderszijde
De automatisch dimmende buitenspiegel
wordt samen met de automatisch dimmende
›››
pagina
binnenspiegel aangestuurd
Instellingen van de buitenspiegel van de
bijrijder opslaan voor het achteruitrijden
●
Kies de wagensleutel waar de instelling
moet worden opgeslagen.
●
Ontgrendel de wagen met de sleutel.
Schakel de automatische parkeerrem in.
●
●
Contact inschakelen.
Lichten en zicht
●
Zet de versnellingsbak in neutraal.
Activeer in het menu Instellingen - Comfort
●
de functie Schuine stand van de buitenspie-
gels
.
●
Schakel de achteruitversnelling in.
●
Stel de buitenspiegel aan bijrijderszijde zo
in dat u de stoeprand goed kunt zien.
●
De ingestelde positie van de spiegel wordt
automatisch opgeslagen en toegewezen aan
de sleutel waarmee de wagen wordt ontgren-
deld. Bij wagens met stoelgeheugen, zie
›››
pagina
97.
De instellingen van de buitenspiegel aan
bijrijderszijde activeren
●
Draai de knop van de buitenspiegel in
stand R.
●
Schakel de achteruitversnelling in bij inge-
schakeld contact.
De opgeslagen stand van de buitenspiegel
●
aan bijrijderszijde voor de achteruit wordt ge-
wist wanneer men zo'n 15 km/u (9 mph)
90.
vooruit rijdt of de knop vanuit stand R in een
andere stand draait.
ATTENTIE
Het onachtzaam in- en uitklappen van de bui-
tenspiegel kan verwondingen veroorzaken.
Klap de buitenspiegel alleen in of uit wan-
●
neer er zich niemand in de baan van de spie-
gel bevindt.
Let er bij het bewegen van de buitenspiegel
●
op dat uw vingers niet tussen de spiegel en
de spiegelsteun ingeklemd kunnen raken.
ATTENTIE
Het niet goed inschatten van de afstand met
de achteropkomende wagen kan tot ongeval-
len met ernstige gevolgen leiden.
●
Convexe of asferische spiegels vergroten
het blikveld maar de voorwerpen worden klei-
ner en verderaf weerspiegeld.
●
Het gebruik van deze spiegels om de af-
stand tot de volgende wagen in te schatten
wanneer u van rijstrook veranderd, is on-
nauwkeurig en kan ongevallen met ernstige
gevolgen veroorzaken.
●
Gebruik zo mogelijk de binnenspiegel om
de afstand tot het achteropkomend verkeer of
in andere omstandigheden te beoordelen.
●
Zorg dat u voldoende zicht naar achteren
hebt.
VOORZICHTIG
●
In een automatische wasstraat moeten de
buitenspiegels altijd worden ingeklapt.
De elektrisch inklapbare buitenspiegels
●
mogen mechanisch worden uit- of ingeklapt
omdat hierdoor de elektrische bediening be-
schadigd kan worden.
»
91