ATTENTIE
Kinderen die niet of niet correct vastgemaakt
zijn, lopen het risico op ernstig of zelfs dode-
lijk letsel tijdens de rit.
●
Plaats nooit een kinderzitje op de bijrij-
dersstoel met de rug naar het dashboard ge-
keerd als de desbetreffende voorairbag inge-
schakeld is.
Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de
●
zitplaatsen achterin worden vervoerd.
●
Beveilig kinderen in de wagen altijd met
een goedgekeurd bevestigingssysteem dat
aangepast is aan hun gewicht en lengte.
●
Gesp de veiligheidsgordel steeds correct
om bij de kinderen en laat hen een juiste zit-
houding aannemen.
●
Zet de rugleuning rechtop wanneer op deze
plaats een kinderzitje gebruikt wordt.
●
Zorg ervoor dat het hoofd van het kind of
een ander lichaamsdeel nooit in het wer-
kingsgebied van de zijairbags terecht kan ko-
men.
Let op een correct gordelverloop.
●
Draag baby's of kinderen nooit op schoot of
●
in de armen.
Op elke zitplaats voor kinderen mag
●
slechts één kind tegelijk vervoerd worden.
●
Als u een kinderzitje met basis of voet ge-
bruikt, dan moet u er altijd voor zorgen dat
deze basis of voet correct en veilig inge-
bouwd is.
28
Vastzetten
Als de wagen in de voetenruimte voor de
●
laatste zitrij over een opbergvak beschikt,
dan kunt u dit opbergvak niet zoals bedoeld
is, gebruiken; integendeel: u moet het op-
bergvak met een speciaal accessoire vullen
zodat de basis of voet correct op het gesloten
opbergvak past en het kinderzitje volgens de
voorschriften vastgemaakt is. Als u een kin-
derzitje met basis of voet gebruikt en dit op-
bergvak niet goed vastmaakt, kan het op-
bergvak tijdens een ongeval breken en wordt
het kind uit het stoeltje gelanceerd. Dit kan
leiden tot ernstig letsel.
●
Lees de gebruiksaanwijzingen van de fabri-
kant van het kinderzitje en volg ze op.
ATTENTIE
Bij bruusk remmen, plotselinge manoeuvres
of ongeval, kan een leeg en losstaand kinder-
zitje door het interieur geslingerd worden en
letsel veroorzaken.
Indien het kinderzitje niet gebruikt wordt
●
tijdens het rijden, moet het stevig vastge-
maakt worden of in de bagageruimte opge-
borgen worden.
Let op
Na een ongeval moet het kinderzitje vervan-
gen worden, aangezien het onzichtbare scha-
de geleden kan hebben.
Belangrijke aanwijzingen voor de
voorairbag van de bijrijder
Zonneklep aan de bijrijderszij-
Afbeelding 23
de: sticker van de airbag.
Afbeelding 24
In de achterste omlijsting van
het bijrijdersportier: sticker over de airbag.
Op de zonneklep van de bijrijder en/of ach-
terste omlijsting van het bijrijdersportier zit
een sticker met belangrijke informatie over