Indien enigszins mogelijk, altijd sneeuwket-
tingen met platte schakels gebruiken die, in-
clusief het kettingslot, niet verder dan 15 mm
(37/64 inch) uitsteken.
Bij gebruik van sneeuwkettingen moeten
vóór het aanbrengen ervan, de wieldoppen
en velgsierringen worden verwijderd
dat geval de wielbouten met doppen afdek-
ken in verband met de veiligheid. Deze zijn
bij een technische dienst verkrijgbaar.
ATTENTIE
Het gebruik van niet geschikte sneeuwkettin-
gen, of het verkeerd omleggen van de ket-
tingen, kan ongevallen en ernstige schade
en/of letsel veroorzaken.
Gebruik altijd geschikte sneeuwkettingen.
●
●
Let op de gegevens in de meegeleverde ge-
bruiksaanwijzing van de sneeuwkettingenfa-
brikant.
●
Houd u aan de maximumsnelheid als u met
sneeuwkettingen rijdt.
VOORZICHTIG
●
Verwijder op sneeuwvrije trajecten de snee-
uwkettingen. Anders beïnvloeden ze de weg-
ligging, beschadigen ze de banden en zijn ze
snel versleten.
Als sneeuwkettingen direct contact maken
●
met de velg, kan deze beschadigd of bekrast
raken. SEAT adviseert altijd sneeuwkettingen
met een coating te gebruiken.
260
Aanwijzingen
Let op
Voor elk type wagen bestaan er sneeuwket-
tingen met verschillende maten.
›››
. In
Noodgevallen
In geval van nood
EHBO-doos, gevarendriehoek,
reflecterende vestjes en
brandblussers*
In de achterklep: steun voor
Afbeelding 178
de gevarendriehoek.
Reflecterende vestjes
Sommige wagens hebben een compartiment
in het portier van de bestuurder voor het be-
waren van een reflecterend vest
Gevarendriehoek
Met de achterklep geopend, draait u de ver-
›››
grendeling 90
Afbeelding
178. Steun om-
laagklappen en de gevarendriehoek verwij-
deren.
›››
pagina
38.