ATTENTIE
Beschadigde veiligheidsgordels vormen een
belangrijk gevaar en kunnen ernstig of dode-
lijk letsel veroorzaken.
●
Voorkom beschadiging van de veiligheids-
gordel door inklemming tussen het portier of
in het stoelmechanisme.
●
Indien het riemweefsel of andere delen van
de veiligheidsgordel beschadigd zijn, kunnen
de gordels breken bij bruusk remmen of een
ongeval.
Laat de veiligheidsgordels onmiddellijk
●
vervangen door gordels die goedgekeurd zijn
door SEAT voor de betreffende wagen. Veilig-
heidsgordels die tijdens een ongeval worden
belast en daardoor worden opgerekt, moeten
door een gespecialiseerde werkplaats worden
vervangen. Vervanging kan noodzakelijk zijn,
ook al lijken er geen zichtbare beschadiging
te zijn. Controleer voorts de verankeringen
voor de veiligheidsgordels.
●
Probeer nooit om de veiligheidsgordels zelf
te repareren, te veranderen of uit te bouwen.
Alle reparaties aan veiligheidsgordels, oprol-
automaten en gordelsloten moeten plaatsvin-
den in een gespecialiseerde werkplaats.
Veiligheidsgordels
Waarschuwingslampje
Afbeelding 4
Waarschuwingslampje in het in-
strumentenpaneel.
Weergavevoorbeeld van de toe-
Afbeelding 5
stand van de gordel voor de plaatsen achterin
(hier in een wagen met 7 plaatsen) in het in-
strumentenpaneel. boven, de tweede zitrij;
onder, de derde zitrij.
Brandt
Mogelijke oor-
of knip-
Oplossing
zaak
pert
Veiligheidsgordel
van de bestuurder
of voorpassagier, in-
Veiligheidsgordel
dien laatstgenoem-
omgespen!
de heeft plaatsge-
nomen, niet omge-
gespt.
Verwijder de voor-
voorwerpen op de
werpen van de bij-
bijrijdersstoel.
rijdersstoel en
berg ze veilig op.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
gaan sommige controle- en waarschuwings-
lampjes in het instrumentenpaneel branden
om een aantal functies te verifiëren. Na enke-
le seconden gaan de lampjes uit.
Wanneer de veiligheidsgordels bij het begin
van de rit en bij een snelheid van meer dan
25 km/u (15 mph) niet zijn omgegespt of ze
tijdens de rit worden losgemaakt, weerklinkt
gedurende maximaal 90 seconden een
akoestisch signaal. Daarnaast gaat het waar-
schuwingslampje van de gordel knipperen .
Het gordellampje gaat pas uit als de be-
stuurder en voorpassagier de gordel bij inge-
schakeld contact vastgespen.
»
11