Maak de lading correct vast zodat deze niet
●
kan gaan schuiven.
●
Gebruik bij zware voorwerpen geschikte
touwen of spanbanden.
Zet de rugleuning van de achterbank recht-
●
op.
Bagageruimte
Inleiding tot thema
Transporteer zware ladingen altijd in de ba-
gageruimte en zorg ervoor dat de rugleunin-
gen rechtop zijn vastgeklikt. Gebruik altijd de
bevestigingsogen en een geschikt touw. Zorg
ervoor dat u de wagen nooit overbelast. Zo-
wel de nuttige lading als de verdeling van de
lading in de wagen hebben invloed op het
›››
rijgedrag en de remcapaciteit
ATTENTIE
Als u de wagen niet gebruikt of controleert,
sluit dan altijd de portieren en achterklep om
het risico op ernstig of dodelijk letsel te ver-
minderen.
Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
●
wagen achter, vooral niet als de achterklep
geopend is. Kinderen zouden in de bagage-
ruimte kunnen komen en de klep van binnen-
uit dichtmaken waarna ze er zonder hulp niet
Vervoeren en praktische uitrustingen
uit kunnen komen. Dit kan tot levensgevaar-
lijke verwondingen leiden.
●
Laat nooit kinderen in en bij de wagen spe-
len.
Vervoer nooit personen in de bagageruim-
●
te.
ATTENTIE
Niet (goed) vastgemaakte voorwerpen kun-
nen bij een plotselinge rij- of remmanoeuvre
en bij een ongeval door het interieur worden
geslingerd. Dit gebeurt met name wanneer de
voorwerpen door een geactiveerde airbag
worden geraakt en bijgevolg door het interi-
eur van de wagen schieten. Neem het volgen-
de in acht om eender welk risico te verminde-
ren:
●
Berg alle voorwerpen in de wagen op een
veilige plaats op. Berg bagage en zware voor-
werpen altijd in de bagageruimte op.
.
●
Maak voorwerpen altijd met geschikte tou-
wen of spanbanden vast zodat ze als er plot-
seling geremd moet worden of in geval van
een ongeval niet door het interieur gelan-
ceerd worden en niet in de buurt van de voor-
of zijairbags terecht komen.
Zorg ervoor dat tijdens het rijden de op-
●
bergvakken altijd gesloten blijven.
●
Leg geen harde, zware of puntige voorwer-
pen in open opbergvakken in het interieur
van de wagen, op de hoedenplank of op het
instrumentenpaneel.
Verwijder harde, zware of puntige voorwer-
●
pen van kleding en tassen uit het interieur
van de wagen en bewaar ze op een veilige
plaats.
ATTENTIE
Als u zware voorwerpen transporteert, veran-
deren de rijeigenschappen van de wagen en
neemt de remweg toe. Zware lading die niet
correct opgeslagen of vastgemaakt is, kan er-
voor zorgen dat de bestuurder de controle
over de wagen verliest en kan ernstig letsel
veroorzaken.
●
Het rijgedrag van de wagen verandert wan-
neer zware voorwerpen getransporteerd wor-
den. Dit komt omdat het zwaartepunt van de
wagen verplaatst wordt.
●
Verdeel de lading gelijkmatiger en plaats
de lading zo ver mogelijk naar achteren in de
wagen.
●
Berg zware voorwerpen in de bagageruimte
op, zo ver mogelijk van de achteras.
VOORZICHTIG
De verwarmingsdraden of de antenne van
●
de achterruit kunnen door schurende voor-
werpen op de hoedenplank worden vernield.
De antenne van de zijruiten kan door schu-
●
rende voorwerpen beschadigd raken.
»
105