ATTENTIE
De onderste verankeringen voor kinderzitjes
zijn geen bevestigingsogen. Maak kinderzi-
tjes alleen vast in de onderste verankeringen.
Kinderzitje vastmaken met de Top
Tether-bevestigingsriem
Bovenste bevestigingsgordel
Afbeelding 27
vastgehaakt in de bagageruimte.
●
Houd rekening met de aanwijzingen van de
fabrikant bij het in- en uitbouwen van het kin-
›››
derzitje
.
●
Breng de hoofdsteun achter het kinderzitje
omhoog tot het vastklikt.
●
Zet het kinderzitje vast in de onderste ver-
›››
ankeringen
pagina
33.
●
Breng de bovenste bevestigingsgordel van
het kinderzitje naar achteren, naar de rugleu-
ning van de stoel achterin, onder of aan
34
Vastzetten
weerszijden van de hoofdsteun (afhankelijk
van het model van het kinderzitje).
●
Haak de bovenste bevestigingsgordel in de
achterzijde van de rugleuning van de stoel
achterin in de overeenkomstige bevesti-
gingsring (voor TOP TETHER) van de rugleu-
›››
ning
Afbeelding
27.
●
Schuif de hoofdsteun helemaal naar onder-
en. Zorg ervoor dat de beweging van de bo-
venste veiligheidsgordel niet gestoord wordt.
Span de gordel zodat het kinderzitje bo-
●
venlangs tegen de rugleuning steunt.
ATTENTIE
De kinderzitjes met verankeringen onderaan
en bevestigingsriem bovenaan in overeen-
stemming met de aanwijzingen van de fabri-
kant moeten worden ingebouwd. Anders kan
dit tot ernstig letsel leiden.
●
Maak steeds een enkele bevestigingsgor-
del van een kinderzitje vast aan de bevesti-
gingsring (voor TOP TETHER) van de rugleu-
ning van de stoel achterin in de bagageruim-
te.
●
Maak nooit kinderzitjes vast aan de ogen.
●
Bevestig nooit kinderzitjes op de beweeg-
bare onderdelen in wagens met railsystemen
en verankeringselementen.
Geïntegreerd kinderzitje
Inleiding tot thema
Het geïntegreerde kinderzitje is enkel ge-
schikt voor kinderen van groep 2 (15-25 kg)
en groep 3 (22-36 kg) volgens de norm ECE-R
44.
ATTENTIE
Kinderen die geen veiligheidsgordel dragen
of niet beveiligd zijn met een geschikt beves-
tigingssysteem, kunnen levensgevaarlijk let-
sel oplopen wanneer een airbag geactiveerd
wordt.
●
Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de
zitplaatsen achterin worden vervoerd.
●
Schakel de voorairbag van de bestuurder
altijd uit indien, in uitzonderlijke gevallen,
een kind vervoerd dient te worden op de bij-
rijdersstoel in een kinderzitje met de rug naar
het dashboard gekeerd.
Beveilig kinderen in de wagen steeds met
●
een geschikt bevestigingssysteem dat aange-
past is aan hun gewicht en lengte.
Gesp de veiligheidsgordel van de kinderen
●
steeds juist om.
ATTENTIE
Tijdens het rijden moeten de kinderen steeds
plaatsnemen in een kinderzitje dat geschikt
is voor hun gewicht en lengte.