Houd u altijd aan de wetgeving van elk land
met betrekking tot het gebruik van alarmlich-
ten.
Werken de alarmlichten niet, dan moet u de
overige verkeersdeelnemers op een andere -
wettelijk toegestane - wijze op uw wagen at-
tenderen.
ATTENTIE
Een defecte wagen in het verkeer brengt een
verhoogd risico op ongevallen met zich mee,
zowel voor de inzittenden als voor de andere
weggebruikers.
●
Breng de wagen tot stilstand zodra dit op
een veilige wijze mogelijk is. Parkeer de wa-
gen op een veilige afstand van het wegver-
keer en sluit alle deuren af in geval van nood.
Zet de alarmlichten aan om andere wegge-
bruikers te waarschuwen.
●
Laat kinderen of gehandicapten nooit al-
leen achter in de wagen als alle portieren zijn
vergrendeld. Hierdoor zouden de inzittenden
in de wagen in geval van nood opgesloten
kunnen komen te zitten. Opgesloten perso-
nen kunnen aan extreem hoge of lage tempe-
raturen blootstaan.
ATTENTIE
De onderdelen van het uitlaatsysteem kun-
nen enorm heet worden. Dit kan brand of aan-
zienlijke schade veroorzaken.
●
Parkeer de wagen zo dat geen enkel onder-
deel van het uitlaatsysteem in aanraking kan
262
Aanwijzingen
komen met brandbare materialen (zoals
droog gras of brandstof).
Let op
De accu zal ontladen als de alarmlichten te
●
lang aan blijven (zelfs met het contact uit).
●
In sommige wagens knipperen de remlich-
ten bij het bruusk remmen bij een snelheid
van ongeveer 80 km/u (50 mph) om voertui-
gen achter u te waarschuwen. Als u blijft rem-
men, zullen de alarmlichten automatisch wor-
den ingeschakeld bij een snelheid van minder
dan 10 km/u (6 mph). De remlichten blijven
aan. Als u gas geeft, worden de alarmlichten
automatisch weer uitgeschakeld.
Wagengereedschap*
Inleiding tot thema
Bij het nakijken van het voertuig in geval van
defect, moet u rekening houden met de wet-
telijke voorschriften van elk land.
ATTENTIE
Een los gereedschap in de cabine kan heftig
worden rondgeslingerd bij plotselinge ma-
noeuvres, bruusk remmen en ongevallen, en
ernstig letsel veroorzaken.
●
Zorg ervoor dat het wagengereedschap in
de bagageruimte goed is bevestigd.
ATTENTIE
Ongeschikt of beschadigd wagengereed-
schap kan verwondingen en ongevallen ver-
oorzaken.
●
Werk nooit met verkeerd of beschadigd ge-
reedschap.
Plaats
Afbeelding 180
In de bagageruimte, gezien
vanuit de binnenzijde van de wagen: wagen-
gereedschap in de holte van de slotplaat.
Naargelang de versie van het model kan het
wagengereedschap zich bevinden in de ba-
gageruimte, in de holte van de slotplaat
›››
Afbeelding
180. Maak de veiligheidsrie-
men los en verwijder het wagengereedschap.
In wagens die in de fabriek uitgerust zijn met
winterbanden, is er bijkomend gereedschap
aanwezig in een gereedschapskist in de ba-
gageruimte.