Download Print deze pagina

Seat Alhambra 2014 Instructieboekje pagina 150

Advertenties

Noodstopfunctie
Gebruik de noodstopfunctie alleen als u de
wagen niet met het rempedaal kunt stilzetten
›››
!
Trek de knop
omhoog en houd de knop
vast om de wagen krachtig te remmen. Tege-
lijkertijd klinkt er een waarschuwingssignaal.
U kunt het remmen onderbreken door de
knop los te laten of het gaspedaal in te trap-
pen.
ATTENTIE
Als u de elektronische parkeerrem onjuist ge-
bruikt, kan dit een ernstig ongeval tot gevolg
hebben.
Gebruik de elektronische parkeerrem nooit
om de wagen te remmen - alleen in noodge-
vallen. De remweg is veel langer omdat alleen
de achterwielen worden afgeremd. Gebruik
altijd het rempedaal.
Geef nooit gas vanuit de motorruimte als de
motor draait en een versnelling of rijstand in-
geschakeld is. De wagen kan zich verplaatsen
zelfs als de elektronische parkeerrem inge-
schakeld is.
Let op
Bij wagens met handgeschakelde versnel-
lingsbak: Als u het koppelingspedaal loslaat
en tegelijkertijd gas geeft, wordt de elektro-
nische parkeerrem automatisch uitgescha-
keld.
148
Bedienen
Als de wagenaccu ontladen is, kan de elek-
tronische parkeerrem niet uitgeschakeld wor-
›››
den. Gebruik de starthulp
pagina
Tijdens het in- of uitschakelen van de par-
keerrem zijn geluiden te horen.
Als de elektronische parkeerrem gedurende
lange tijd niet gebruikt is, controleert het
systeem als de wagen stilstaat af en toe
hoorbaar automatisch de elektronische par-
keerrem.
Parkeren
Houd rekening met de wettelijke bepalingen
wanneer u de wagen parkeert.
Inparkeren
Voer de handelingen uitsluitend in de aange-
geven volgorde uit.
Parkeer de wagen op een geschikte, stevi-
›››
ge ondergrond
.
Trap het rempedaal in en houd het inge-
trapt tot de motor is afgezet.
Schakel de elektronisch parkeerrem in
›››
pagina
147.
Zet in geval van een automatische versnel-
lingsbak de keuzehendel in stand P.
Zet de motor uit en haal uw voet van het
rempedaal.
Trek de sleutel uit het contact.
Draai zo nodig het stuurwiel een klein beet-
je om de stuurkolom te vergrendelen.
271.
Schakel op vlak terrein en hellingen de 1e
versnelling van de schakelbak, of de achter-
uitversnelling op hellingen in, en haal uw
voet van het koppelingspedaal.
Let er op dat de andere inzittenden de wa-
gen verlaten, en let speciaal op kinderen.
Neem bij het uitstappen alle autosleutels
mee.
Sluit de wagen af.
Ook op steile hellingen
Draai voordat u de motor uitzet het stuurwiel
zodanig dat, als de geparkeerde wagen in
beweging zou komen, de wagen tegen de
stoeprand rolt.
Draai de voorwielen op hellingen zodanig
dat ze tegen de stoeprand drukken.
Draai de voorwielen op hellingen zodanig
dat ze naar het midden van de weg wijzen.
ATTENTIE
De onderdelen van het uitlaatsysteem kun-
nen enorm heet worden. Dit kan brand of aan-
zienlijke schade veroorzaken.
Parkeer de wagen zodanig dat geen enkel
onderdeel van het uitlaatsysteem in contact
kan komen met brandbare materialen (zoals
hout, bladeren, droog gras of gemorste
brandstof).

Advertenties

loading