Wanneer de aanhangwagen een 7-polige ste-
ker heeft, moet u een bijbehorende adapter-
kabel gebruiken. In dat geval is de functie
van pin 10 niet beschikbaar.
Kabel van aanhangwagen
Bevestig de kabel van de aanhangwagen al-
tijd correct op de trekkende wagen. Laat
daarbij altijd de kabel van de aanhangwagen
een beetje doorhangen voor de bochten.
Houd er echter wel rekening mee dat de ka-
bel tijdens het rijden de grond niet mag ra-
ken.
Achterlichten van aanhangwagen
Zorg ervoor dat de achterlichten van de aan-
hangwagen correct functioneren en aan de
geldende wettelijke voorschriften voldoen.
Zorg ervoor dat de aanhangwagen niet meer
dan het maximum toelaatbare vermogen ver-
›››
bruikt
pagina
193.
Op alarmsysteem aangesloten
aanhangwagen:
●
Als de wagen in de fabriek uitgerust is met
een alarmsysteem en een trekhaak.
●
Als de aanhangwagen via de steker op
elektrische wijze op de wagen aangesloten
is.
Als het elektrische systeem van de wagen
●
en de aanhangwagen correct werken, zonder
storingen en niet beschadigd zijn.
196
Bedienen
●
Als de wagen met de wagensleutel vergren-
deld is en het alarmsysteem ingeschakeld is.
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
geactiveerd wanneer de elektrische verbin-
ding tussen de wagen en de aanhangwagen
onderbroken wordt.
Schakel voor het aan- of loskoppelen van de
aanhangwagen altijd eerst het alarm uit.
Doet u dat niet, dan kan de hellingshoeksen-
sor het alarm per ongeluk activeren.
Aanhangwagens met led-achterlichten
Om technische redenen kunnen aanhangwa-
gens met led-achterlichten niet in het alarm-
systeem opgenomen worden.
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
niet geactiveerd wanneer de elektrische ver-
binding met de aanhangwagen onderbroken
wordt, indien die led-achterlichten heeft.
ATTENTIE
Als de elektrische kabels fout of niet goed
zijn aangesloten, is het mogelijk dat de aan-
hangwagen stroom geleverd krijgt. Hierdoor
kan er een storing in de elektronica van de
wagen optreden die tot een ernstig ongeval
kan leiden.
Alle werkzaamheden aan het elektrisch
●
systeem moeten uitsluitend in een gespecia-
liseerde werkplaats uitgevoerd worden.
Sluit het elektrische systeem van de aan-
●
hangwagen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of een andere
voedingsbron.
VOORZICHTIG
Laat de aanhangwagen niet aan de wagen
aangekoppeld zitten als u de aanhangwagen
met behulp van het hulpwiel of de steunen
geparkeerd hebt. Als u bijvoorbeeld de lading
verandert of een lekke band hebt, gaat de wa-
gen omhoog of omlaag. De kracht die op de
trekhaak en de aanhangwagen uitgeoefend
wordt, kan de wagen of de aanhangwagen be-
schadigen.
Let op
●
Als er een storing in het elektrische sys-
teem van de wagen of de aanhangwagen op-
treedt en als het alarmsysteem problemen
heeft, laat het systeem dan door een gespeci-
aliseerde werkplaats nakijken.
●
Als de accessoires van de aanhangwagen
bij uitgezette motor energie van het stopcon-
tact gebruiken, wordt de accu ontladen.
●
Om technische redenen kunnen aanhang-
wagens met LED-achterlichten niet in het
alarmsysteem geïntegreerd worden.
●
Als de wagenaccu bijna leeg is, wordt de
elektrische aansluiting met de aanhangwa-
gen automatisch onderbroken.